Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 oktober 2024 in de zaak tussen
[eiser], v-nummer: [nummer], eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiser, van Afghaanse nationaliteit, heeft op 25 juni 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 3 augustus 2023 door de minister als ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 19 augustus 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is. Eiser heeft zijn asielaanvraag onderbouwd met claims over zijn veiligheid bij terugkeer naar Afghanistan, onder andere vanwege de werkzaamheden van zijn vader voor de voormalige regering en zijn Tadzjiekse etniciteit. De minister heeft echter de geloofwaardigheid van deze claims betwist, met name de verklaringen over de aanvallen door gemaskerde mannen en de moord op zijn vader en broer. De rechtbank concludeert dat de minister onvoldoende rekening heeft gehouden met de risico's voor terugkeerders uit het Westen en dat de besluitvorming onvoldoende zorgvuldig is voorbereid.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op om een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van eiser en de risico's voor terugkeerders uit Europa. Eiser krijgt een vergoeding van zijn proceskosten vastgesteld op €1.750,-.