ECLI:NL:RBDHA:2024:1749
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit staatssecretaris over verblijfsvergunning en indirect refoulement naar Syrië via Zweden
Deze uitspraak betreft het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 6 november 2023, waarin de aanvraag van eiser voor een verblijfsvergunning niet in behandeling is genomen omdat Zweden verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 21 november 2023 behandeld. Eiser stelt dat hij bij overdracht aan Zweden een risico loopt op indirect refoulement naar Syrië, omdat hij geen verblijfsvergunning meer heeft voor de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en bij uitzetting naar de VAE vervolgens naar Syrië zal worden uitgezet. Eiser verwijst naar eerdere uitspraken en stelt dat het beleid van Zweden ten aanzien van Syrië fundamenteel verschilt van dat van Nederland. De rechtbank oordeelt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er systeemfouten zijn in de asielprocedure in Zweden, waardoor het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet meer zou gelden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de beslissing van de staatssecretaris in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.