Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
- een e-mail van 24 november 2020 met daarin een ongedateerde brief van [naam 1] en een kopie van diens identiteitsbewijs;
- een e-mail van 25 november 2020 met daarin een ongedateerde brief van [naam 2] en een kopie van haar identiteitsbewijs;
- een e-mail van 22 november 2020 van [naam vriend 2] en een kopie van diens identiteitsbewijs;
- een e-mail van 10 november 2020 van [naam vriend 1] en twee foto’s van hem;
- foto’s van [naam 3] ; en,
- foto’s van de moeder van eiser.
- een e-mail van 21 december 2021 van [naam vriend 2] ;
- een e-mail van 22 augustus 2019 van [naam vriend 1] met bijgevoegd twee foto’s van eiser en [naam vriend 1] ;
- een e-mail van [naam vriend 1] van 2 oktober 2022 met bijgevoegd een kopie van zijn paspoort; en,
- een e-mail van [naam vriend 1] van 12 oktober 2022.
Beoordeling door de rechtbank
e-mailadressen gebruik heeft gemaakt, afbreuk doet aan zijn geloofwaardigheid.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. H.J. Doets, leden, in aanwezigheid van mr. F.W. Victoor, griffier.
Informatie over hoger beroep
één weekna de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.