ECLI:NL:RBDHA:2024:17272

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 september 2024
Publicatiedatum
24 oktober 2024
Zaaknummer
C/09/665465 / JE RK 24-812
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van de bijzondere curator voor minderjarige in het kader van financiële en praktische ondersteuning

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 27 september 2024, wordt de (her)benoeming van mr. I.G.M. van Gorkum als bijzondere curator voor de minderjarige [de minderjarige] besproken. De minderjarige, geboren op [geboortedag] 2007, heeft ondersteuning nodig in haar financiële en praktische zaken tot haar meerderjarigheid. De kinderrechter heeft eerder, op 29 mei 2024, mr. I.G.M. van Gorkum benoemd tot bijzondere curator, met de taak om een bankrekening voor de minderjarige te openen en haar te ondersteunen bij het regelen van haar financiën. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 september 2024, waar de bijzondere curator en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling aanwezig waren, werd vastgesteld dat de ouders van de minderjarige niet verschenen waren, ondanks dat zij correct waren opgeroepen.

De bijzondere curator heeft gerapporteerd dat de minderjarige inmiddels met hulp van haar moeder een bankrekening heeft geopend en dat zij ondersteuning heeft gekregen bij het regelen van haar schoolboeken en andere praktische zaken. De kinderrechter concludeert dat de bijzondere curator haar taken naar behoren heeft uitgevoerd, maar dat de situatie van de minderjarige nog steeds vraagt om ondersteuning. De kinderrechter benoemt de bijzondere curator opnieuw, met de opdracht om de minderjarige te blijven bijstaan in haar ontwikkeling en bij het regelen van praktische en financiële zaken. De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator om verslag uit te brengen van haar bevindingen voor de minderjarige haar achttiende verjaardag bereikt, en houdt de zaak pro forma aan tot het verslag is ontvangen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Jeugd- en Zorgrecht
Zaaknummer: C/09/665465 / JE RK 24-812
Datum uitspraak: 27 september 2024
Beschikking van de kinderrechter over (her)benoeming bijzondere curator (1:250 BW)
in de zaak van
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over
[de minderjarige], geboren op [geboortedag] 2007 in [geboorteplaats] .
hierna te noemen: [de minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats] ,
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats] ,
mr. I.G.M. van Gorkum,
hierna te noemen: de bijzondere curator,
kantoorhoudende te Den Haag.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Bij beschikking van 29 mei 2024 van de kinderrechter in deze rechtbank is
mr. I.G.M. van Gorkum benoemd tot bijzondere curator voor [de minderjarige] waarbij de bijzondere curator is belast met de navolgende taak: “het op naam van [de minderjarige] openen van een bankrekening en het installeren van internetbankieren”. De behandeling van de zaak is vervolgens, in afwachting van het verslag van de bijzondere curator, pro forma aangehouden tot 30 september 2024.
1.2.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • de genoemde beschikking van 29 mei 2024 en de daarin vermelde stukken;
  • het verslag van de bijzondere curator van 19 augustus 2024;
  • het bericht van de gecertificeerde instelling van 27 augustus 2024.
1.3.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 27 september 2024. Daarbij waren aanwezig:
  • de bijzondere curator;
  • [naam] namens de gecertificeerde instelling.
De vader en de moeder zijn niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat zij wel juist zijn opgeroepen.

2.De standpunten

2.1.
De bijzondere curator heeft zitting naar voren gebracht dat [de minderjarige] op het moment dat zij contact met haar had, reeds met hulp van haar moeder een bankrekening had geopend. Vervolgens heeft de bijzondere curator [de minderjarige] ondersteund bij het regelen van de financiën voor haar schoolboeken en bij het krijgen van overzicht over wat [de minderjarige] financieel en praktisch gezien nog moet regelen. Het is voor [de minderjarige] lastig om in contact te komen met haar familie en [de minderjarige] kan voor hulp bij dit soort kwesties dan ook niet op hen terugvallen. De bijzondere curator is daarom bereid om, mocht dat nodig zijn als dat nodig mocht zijn, [de minderjarige] de komende tijd nog verder te ondersteunen en zij is ook bereid om een herbenoeming te aanvaarden tot het moment waarop [de minderjarige] meerderjarig wordt.
2.2.
Ter zitting heeft de gecertificeerde instelling ermee ingestemd om de benoeming van de bijzondere curator door te laten lopen zodat de bijzondere curator [de minderjarige] kan blijven ondersteunen bij het regelen van financiële en praktische zaken en [de minderjarige] kan begeleiden richting meerderjarigheid.

3.De beoordeling

3.1.
Uit het verslag van de bijzondere curator volgt dat [de minderjarige] en de bijzondere curator elkaar op 8 juli 2024 op het kantoor van de bijzondere curator hebben ontmoet. Bij die gelegenheid heeft [de minderjarige] verteld dat haar moeder haar inmiddels had geholpen met het openen van een bankrekening. Vanaf 6 juni 2024 beschikt [de minderjarige] over een jongerenrekening bij ING Bank. Van deze rekening heeft zij een pasje en zij kan daarmee telebankieren. Verder heeft zij ApplePay geïnstalleerd en kan zij Tikkies versturen.
De bijzondere curator is vervolgens met [de minderjarige] nagegaan of er nog andere zaken geregeld moesten worden. In dat kader hebben [de minderjarige] en de bijzondere curator gesproken over de ov-kaart waarop zij - vanwege de opleiding die zij volgt - recht heeft, over het aanvragen van een zogenoemde Ooievaarspas en over de financiering van haar schoolboeken. Op 15 augustus 2024 hebben [de minderjarige] en de bijzondere curator opnieuw contact gehad. [de minderjarige] was op dat moment in afwachting van haar boekenlijst. Voor het financieren van haar boeken ging [de minderjarige] , met hulp van de jeugdbeschermer, een aanvraag indienen bij het fonds dat Jeugdformaat voor dit doel beschikbaar heeft. Ook zou [de minderjarige] , met hulp van een begeleider van Jeugdformaat, de Ooievaarspas gaan aanvragen. Ter zitting heeft de bijzondere curator nog aangevuld dat het inmiddels is gelukt om een laptop en de schoolboeken te bestellen.
3.2.
De kinderrechter is van oordeel dat de bijzondere curator haar taak heeft volbracht door erop toe te zien dat [de minderjarige] over een bankrekening kan beschikken waarmee zij kan internetbankieren en voorts door met [de minderjarige] een overzicht te maken van de praktische en financiële zaken die nog geregeld moeten worden en haar daarin de weg te wijzen. Op dit moment zijn alle zaken die geregeld moesten worden ook daadwerkelijk geregeld. Ook de jeugdbeschermer heeft bevestigd dat er op dit moment geen ‘open eindjes’ zijn. De kinderrechter zal de werkzaamheden van de bijzondere curator, onder dankzegging voor de door haar verrichte inspanningen, dan ook als beëindigd beschouwen.
3.3.
De kinderrechter zal de bijzondere curator echter opnieuw benoemen nu uit het dossier en ter zitting is gebleken dat nog steeds sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Daartoe overweegt de kinderrechter het volgende. [de minderjarige] verblijft sinds 1 juli 2024 in een logeerhuis van Jeugdformaat en zij heeft het naar haar zin daar. Sinds november 2023 is de relatie tussen [de minderjarige] en de ouders echter verstoord geraakt nadat [de minderjarige] had aangegeven niet meer thuis te willen wonen. Hoewel het goed is om te horen dat de moeder [de minderjarige] (uiteindelijk wel) heeft geholpen bij het openen van de bankrekening, is het contact tussen [de minderjarige] en de ouders gecompliceerd en onvoorspelbaar. De kinderrechter vindt het daarom belangrijk dat [de minderjarige] iemand heeft tot wie zij zich kan wenden wanneer er financiële en praktische zaken geregeld moeten worden en die haar op financieel en praktisch gebied kan ondersteunen op de weg naar haar meerderjarigheid. [de minderjarige] kan daarvoor immers niet bij haar ouders terecht. De bijzondere curator heeft de afgelopen periode laten zien en ter zitting nog eens bevestigd dat zij bereid is om deze rol voor [de minderjarige] te vervullen. De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator dan ook haar werkzaamheden voort te zetten en zij zal tot (her)benoeming van de bijzondere curator overgaan. Daarbij zal de kinderrechter de taak van de bijzondere curator meer toesnijden op de actuele situatie en deze wijzigen in: “al het nodige doen dat in het belang van de ontwikkeling van [de minderjarige] op korte termijn noodzakelijk is, in het bijzonder het bijstaan van [de minderjarige] bij het regelen van eventuele andere praktische en financiële zaken in aanloop naar haar meerderjarigheid”.
3.4.
De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator om ‘de leidraad werkwijze en verslag bijzondere curatoren ex artikel 1:250 BW’ in acht te nemen en wijst de betrokkenen erop dat zij gevolg dienen te geven aan de door de bijzonder curator te geven instructies. De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator om schriftelijk verslag te doen van haar bevindingen en haar bevindingen uiterlijk vóór het moment waarop [de minderjarige] de leeftijd van achttien jaar bereikt, te weten
21 december 2025,aan de kinderrechter en aan de belanghebbenden te sturen.

4.De beslissing

De kinderrechter:
4.1. (
(her)benoemt tot bijzondere curator:
mr. I.G.M. van Gorkum,advocaat, kantoorhoudende te Den Haag,
over de minderjarige
- [de minderjarige] , geboren op 21 december 2007 te Leiden,
teneinde al het nodige te doen dat in het belang van de ontwikkeling van [de minderjarige] op korte termijn noodzakelijk is, in het bijzonder het bijstaan van [de minderjarige] bij het regelen van eventuele andere praktische en financiële zaken in aanloop naar haar meerderjarigheid;
4.2.
verzoekt de bijzondere curator vóór
21 december 2025schriftelijk verslag te doen aan de kinderrechter en aan de belanghebbenden;
4.3.
houdt deze zaak pro forma aan tot
21 december 2025in afwachting van het verslag van de bijzondere curator.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2024 door
mr. E.E. Schotte, kinderrechter, in aanwezigheid van M.I. Klijn als griffier, en op schrift gesteld op 22 oktober 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.