10.De beslissing
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.6. bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
het medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om de identiteit van een ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel kan ontstaan, meermalen gepleegd;
het medeplegen van computervredebreuk, gepleegd door tussenkomst van een openbaar telecommunicatienetwerk, terwijl de dader vervolgens door tussenkomst van het geautomatiseerd werk waarin hij is binnengedrongen de toegang verwerft tot het geautomatiseerd werk van een derde, meermalen gepleegd;
het medeplegen van van witwassen een gewoonte maken;
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:
een
gevangenisstrafvoor de duur van
26 (zesentwintig) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
8 (acht) MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
Meldplicht bij reclassering (na afspraak)
- zich meldt op afspraken met de reclassering, op het adres Bezuidenhoutseweg 179 in Den Haag, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met veroordeelde opnemen voor de eerste afspraak;
Gedragsinterventie cognitieve vaardigheden
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie CoVa of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
- op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft met de medeverdachte binnen onderhavige zaak, [medeverdachte] , geboren op [geboortedag 2] 2000 te [geboorteplaats 2] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
voorlopige hechtenis
wijst af het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis;
de vordering van de benadeelde partij ABN AMRO
bepaalt dat de ABN AMRO niet ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de benadeelde partij tevens in de proceskosten, begroot op nihil;
de vordering van de benadeelde partij ING Bank
wijst de vordering van de ING Bank gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan ING Bank een bedrag van € 1.972,-, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 2 januari 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door zijn mededader aan de benadeelde partijen, zal zijn bevrijd tot de hoogte van de betaalde bedragen;
bepaalt dat de ING Bank voor het overige deel niet-ontvankelijk is in de vorderingen tot schadevergoeding, en dat zij dit deel van de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen;
de vordering van de benadeelde partij [naam 15]
wijst af de vordering van [naam 15] ;
veroordeelt de benadeelde partij tevens in de proceskosten, begroot op nihil;
de inbeslaggenomen goederen;
verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 2 tot en met 5 genoemde geldbedragen, de Samsung S20 en de twee iPhones;
gelast de teruggave aan de rechthebbende van het onder 1 genoemde geldbedrag (voor zover nog niet teruggeven).
Dit vonnis is gewezen door
mr. I.C. Kranenburg, voorzitter,
mr. J.A. van Steen, rechter,
mr. M.T. Renckens, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. T. Verschoor en mr. M.N.D. Snel, griffiers,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 oktober 2024.
Bijlage I: de bewijsmiddelen
Ten aanzien van de feiten tenlastegelegd onder 1, 2 en 4:
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2024007888, van de Districtsrecherche Westland-Delft (doorgenummerd pagina 1 t/m 1265).
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 9 oktober 2024:
[medeverdachte] en ik deden alles samen. Onze rol was dat wij de rekening van de ene partij aan de andere partij doorgaven. Het kwam op ons pad. Wij verdienden daar twintig procent van het bedrag aan dat op de rekening kwam. Wij hebben de rekeningen samen geopend. De meeste personen genoemd in de tenlastelegging komen mij bekend voor. Zij kregen tien tot vijftien procent van het geldbedrag. Het klopt dat ik ook grotere bedragen binnen heb zien komen. Bijna altijd blokkeerde de rekening. Ik kreeg dan bedragen van € 2.500,- of € 3.000,- die wij dan door twee moesten delen. Als de rekening wordt geblokkeerd, dan weet je dat het geen zuivere koffie is.
2. Het proces-verbaal van bevindingen, bevattende de aangifte van de ING van [naam 19] namens de ING Bank N.V. van 2 januari 2024, opgemaakt op 5 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 418-434):
Uit onderzoek naar de logs van de ING-accounts van dhr. [medeverdachte] (hierna: “ [medeverdachte] ”) en dhr. [de verdachte] (hierna: “ [de verdachte] ") is geconstateerd dat zij herhaaldelijk gebruik hebben gemaakt van devices, welke ook nadrukkelijk naar voren komen bij andere ING-klanten die betrokken zijn geweest bij fraude en/of oplichting. Deze begunstigde ING-klanten van voornamelijk bankhelpdeskfraude vertonen een vergelijkbaar profiel, waarbij de klantgegevens in veel gevallen met elkaar overeenkomen.
Van de bovenstaande ING-relatienummers/klanten zijn zeker 11 klanten begunstigde geworden van bevestigde fraude/oplichting.
(1) Naam: [naam 1]
(2) Naam: [naam 2]
(3) Naam: [naam 3]
(4) Naam: [naam 4]
(5) Naam: [naam 5]
(6) Naam: [naam 6]
(7) Naam: [naam 7]
(8) Naam: [naam 8]
(9) Naam: [naam 9]
(10) Naam: [naam 10]
(11) Naam: [naam 11]
Naast de overeenkomende deviceID's is ook gebleken dat meerdere begunstigde rekeningen zijn geraadpleegd vanaf vaste IP-adressen, welke eveneens op reguliere basis zijn gebruikt door [medeverdachte] en [de verdachte] om in te loggen op hun eigen ING-account.
Op het moment van schrijven komen de bovenstaande (vaste) IP-adressen wederrechtelijk naar voren in zeker 64 fraudedossiers, waarbij sprake is van de beschreven Modus Operandi. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de genoemde IP-adressen veelvuldig in verband staan met fraude/oplichting.
Rekeningverloop [medeverdachte] - [rekeningnummer 1]
Het rekeningverloop van [medeverdachte] vertoont enkele opvallendheden. Allereerst is er vanaf 14 september 2023 tot op heden een totaalbedrag van € 63.476,00 ontvangen vanuit de Staatsloterij, verspreid over 9 verschillende transacties (bijschrijvingen). Deze bijschrijvingen zijn vervolgens direct doorgeboekt naar de spaarrekening ten name van [medeverdachte] en op een later moment is dit gedeeltelijk ontspaart, doorgeboekt of contant opgenomen. Deze contante opnames vonden voornamelijk plaats in Delft, waaronder ook bij Geldmaten die naar voren komen in de onderzochte fraudedossiers. Ook zijn er geregeld stortingen gedaan, eveneens in Delft.
Het verloop op de rekening van [medeverdachte] in 2023 vertoont verder een significante stijging ten opzichte van voorgaande jaren.
Rekeningverloop [de verdachte] - [rekeningnummer 2]
Er is een betaalrelatie te zien tussen [medeverdachte] en [de verdachte] . Verder zijn er, net als bij [medeverdachte] , een aantal contante opnames geweest bij bepaalde Geldmaten die ook naar voren zijn gekomen in een aantal fraudedossiers.
Bij de begunstigde ING-rekeninghouders, gelinkt aan deze zaak, werden de volgende adressen in Delft (meermaals) als woon- en/of correspondentieadres gebruikt:
1) [adres 2] , [postcode 2] DELFT
Aantal ING-begunstigden van fraude/oplichting op dit adres:23
2) [adres 3] , [postcode 3] DELFT
Aantal ING-begunstigden van fraude/oplichting op dit adres: 17
3) [adres 4] , [postcode 4] DELFT
Aantal ING-begunstigden van fraude/oplichting op dit adres: 17
4) [adres 5] , [postcode 5] DELFT
Aantal ING-begunstigden van fraude/oplichting op dit adres: 4
Naast de overeenkomende woonadressen is bij verschillende begunstigde ING-
rekeninghouders tevens een variatie op dezelfde emailadressen te zien. Hierbij is de combinatie ' [bijnaam] ' gevolgd door een nummer en eindigend op ' @outlook.com ' toegepast.
De geldopnames vanaf de begunstigden rekeningen vonden hoofzakelijk plaats middels geldopnames bij verschillende geldautomaten, voornamelijk in Delft. Uit de veiliggestelde camerabeelden blijkt dat de ING-betaalpassen steeds werden aangeboden door een ander persoon dan de vermoedelijke rekeninghouder zelf. Hierdoor kan worden vastgesteld dat in ieder geval de betaalpassen in bezit zijn geweest bij derden.
3. Het proces-verbaal bevindingen, opgemaakt op 2 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 761-762):
Op 2 februari 2024 gaven wij het voertuig een stopteken.
In het voertuig zaten de volgende personen:
-bestuurder: [medeverdachte] [geboortedag 2] -2000
-passagier rechts: [de verdachte] [geboortedag 1] -2001
Ik hoorde van mijn collega dat er in de zonneklep van de passagiersstoel een
Rabobankpas was aangetroffen. Ik zag dat deze bankpas op naam stond van: [naam 12]
[naam 12] .
4. Het proces-verbaal bevindingen, opgemaakt op 2 februari 2024, voor zover inhoudende (p. 784):
Op 2 februari 2024 deed ik onderzoek naar twee ING bankpassen die aangetroffen waren bij verdachte [de verdachte] . De bankpassen staan op naam van [naam 13] , geboren op [geboortedag 3] -1962, adres [adres 6] [woonplaats 2] .
5. Het proces-verbaal bevindingen, opgemaakt op 20 maart 2024, voor zover inhoudende (p. 272):
Op zondag 3 maart 2024 zagen collega’s de verdachte [de verdachte] in een voortuig zitten. Tijdens de insluitingsfouillering werden er in de bodywarmer van de verdachte [de verdachte] 3 belastingbieven aangetroffen. De collega’s bekeken de drie belastingbrieven en zagen dat de geadresseerde hierop betroffen:
- [naam 14] aan de [adres 5] [woonplaats 1]
- [naam 16] aan de [adres 5]
- [naam 17] aan de [adres 7] [woonplaats 3] .
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 29 maart 2024, voor zover inhoudende (856-858):
Op 2 februari 2024 werd een mobiele telefoon bij de verdachte [de verdachte] inbeslaggenomen. Ik bekeek de in de telefoon opgeslagen wachtwoorden. Ik zag dat er bij een veelvoud aan applicaties een variatie op het e-mail adres [e-mailadres] werd gebruikt. Uit de aangifte van de ING bank bleek dat deze combinatie van e-mailadressen ook werd gebruikt bij de bankrekeningen van de zogenoemde katvangersrekeningen. Ik zag dat er op 01 februari 2024 circa 25 foto's waren aangemaakt van de voor- en achterzijde van een Nederlandse identiteitskaart op naam van [naam 15] , geboren op [geboortedag 4] 1967 te [geboorteplaats 3] .
7. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 16 april 2024, voor zover inhoudende (p. 301-303):
Op dinsdag 16 april 2024 ben ik, verbalisant, samen met collega's ter plaatse gegaan naar de woning gelegen aan de [adres 8] te Delft voor een doorzoeking onder leiding van de rechter-commissaris. In genoemde woning zou woonachtig zijn [de verdachte] (1973). Tijdens de doorzoeking in de woning werden de volgende goederen aangetroffen en inbeslaggenomen: Diverse Bankpassen, niet op naam van verdachte [de verdachte] .
8. Het proces-verbaal van bevindingen, opgesteld op 16 april 2024, voor zover inhoudende (p. 179-186):
Op dinsdag 16 april 2024 was ik als pandcoördinator aanwezig bij de doorzoeking van de woning gelegen aan het [adres 9] te Delft. Nadat de verdachten [de verdachte] en [medeverdachte] in de woning waren aangehouden werd aangetroffen goederen per persoon/vertrek telefonisch besproken met rechter-commissaris mw. Mr. [rechter-commissaris] en gaf zij toestemming voor de inbeslagname van de navolgende goederen:
KNAB debit card [debit-card 1] behorend bij bankrekening [rekeningnummer 3] op naam van [naam 12] ; KNAB debit zakelijk card [debit-card 2] behoren bij bankrekening [rekeningnummer 4] op naam van [naam 12] .
9. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 18 april 2024, voor zover inhoudende (p. 958-959):
Op 16 april 2024 vond er een doorzoeking plaats in de woning gelegen aan [adres 9] te Delft. In overleg met de rechter-commissaris mw. Mr. [rechter-commissaris] werden de volgende goederen onder [naam 18] (
de rechtbank begrijpt: de moeder van [medeverdachte]) in beslag genomen. Drie bankpassen, één SNS-bankpas, één Zen-bankpas en onefor.com-bankpas. De bankpas was van de ONE FOR. Ik zag dat de bankpas geldig tot 01/29 was. Ik zag dat er een CVC-code aanwezig was. Hierdoor ga ik ervan uit het een creditcard betreft. Ik zag dat de creditcard op naam stond van [naam 15] .
10. Het proces-verbaal bevindingen, opgemaakt op 18 april 2024, voor zover inhoudende (p. 781):
Op 16 april 2024 vond er een doorzoeking plaats in de woning gelegen aan [adres 9] te Delft.
Ik zag dat bankpas 3 het goednummer PL1500-20240007888-3127556 had gekregen. De bankpas was van de ONE FOR. Ik zag dat de bankpas geldig tot 01/29 was. Ik zag dat de creditcard op naam stond van Sander [naam 15] .
11. Een geschrift, te weten bijlage A – NAW begunstigden – bij de aangifte van de ING Bank N.V., voor zover inhoudende:
ING-relatienummer: [relatienummer] , Klant sinds: 6‐2‐2023, Naam: [naam 1] , voornamen: [naam 1] , Geboortedatum: [geboortedag 5] ‐1981, Emailadres: [e-mailadres]
12. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 17 januari 2024, voor zover inhoudende (p. 439-443):
Storting:
STORTING ING Geldmaat Martinus Nijhof 811770 PASVOLGNR [pasnummer] 18:48
TRANSACTIENR [transactienummer] Valutadatum: 24-11-2023
Bedrag: €50,00
Rekening:
[rekeningnummer 5] t.n.v. [naam 8] , geb. [geboortedag 6] -1986
Ik zag dat de persoon op de camerabeelden overeenkwam met betrokkene [medeverdachte] . Ik zag dat de volgende uiterlijke kenmerken overeenkwamen:
Vol gelaat,
Gezet postuur,
Licht getinte huidskleur,
Volle baard,
kort krullend haar,
volle wenkbrauwen
beginnende kalende haargrens t.h.v. het voorhoofd,
kenmerkende moedervlekken op rechterwang.
13. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 24 januari 2024, voor zover inhoudende (p. 372-373):
Na onderzoek bleek dat het unieke DevicelD in gebruikt is bij [de verdachte] geboren op [geboortedag 1] 2001 [geboorteplaats 1] (Somalië) en [medeverdachte] geboren op [geboortedag 2] 2000 te [geboorteplaats 2] . Ik heb in het computersysteem van de Politie Nederland opgezocht of er een connectie is tussen beide personen. Uit de gevonden registraties bleek dat beide personen elkaar kennen en zich met grote regelmaat
samen worden gecontroleerd.
14. De eigen waarneming van de rechtbank, gedaan ter terechtzitting op 9 oktober 2024, inhoudende:
Dat op foto 22 op pagina 325 van het procesdossier pinpassen staan, gevonden bij de doorzoeking van de woning van de verdachte, met daarop de namen [naam 17] en [naam 14] .
15. Een geschrift, te weten een Mutatierapport naar aanleiding van de aangifte van [naam 6] , opgemaakt op 11 september 2023, voor zover inhoudende (p. 651):
BE kwam aan het bureau en wilde aangifte doen van fraude. BE gebruikt ongeveer 2 keer per week coke en dit wordt dan bij hem thuis gebracht. Zo ook op 20 juli 2023 en toen door 3 mannen, die hem meteen een voorstel deden. Zij vroegen of hij belangstelling had om te gaan beleggen in bitcoins, wat BE wel wilde. Hierop maakten zij foto's van BE en van zijn identiteitsbewijs. De mannen zeiden dat daarop een geldbedrag van 20.000,00 Euro gestort was en vroegen BE om dit geld vrij te krijgen. BE wilde dat in eerste instantie niet maar kreeg 1 gram coke waarop hij zich bedacht. BE zag ook dat niet zijn adres aan deze bankpas was gekoppeld, maar een adres in Delft.
Ten aanzien van het feit ten laste gelegd onder 5
De rechtbank zal voor het feit met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft dit bewezen verklaarde feit namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsvrouw geen vrijspraak bepleit.
De officier van justitie heeft met betrekking tot dit feit eveneens gerekwireerd tot bewezenverklaring.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2024007888, van de Districtsrecherche Westland-Delft (doorgenummerd pagina 1 t/m 1265).
16. De bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 9 oktober 2024;
17. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 16 april 2024 (p. 301-303);
18. Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, opgemaakt op 6 mei 2024 (p. 1038-1039);
19. Een geschrift, te weten het rapport van NFIDENT van 30 april 2024 (p. 1040).