ECLI:NL:RBDHA:2024:17201
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een accommodatie op basis van de Wet zorg en dwang
Op 16 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake een verzoek tot verlening van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een accommodatie, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldaan is aan de criteria voor het verlenen van deze machtiging, die geldt voor de duur van zes maanden. De cliënt, geboren in 1941, verblijft momenteel in een accommodatie en heeft een psychogeriatrische aandoening, te weten een dementieel syndroom. Dit leidt tot ernstig nadeel, waaronder desoriëntatie en geheugenproblemen, waardoor de cliënt niet in staat is om zelfstandig voor zichzelf te zorgen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling rekening gehouden met het feit dat de cliënt niet bereid was om zich te laten horen tijdens de zitting en dat zij zich verzet tegen de opname. De advocaat van de cliënt heeft betoogd dat er geen sprake is van een stoornis en dat de cliënt in staat is om voor zichzelf te zorgen. Echter, de psycholoog heeft aangegeven dat de cliënt niet meer kan functioneren in de thuissituatie en dat terugkeer naar huis niet haalbaar is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de opname en het verblijf in de accommodatie noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen.
De rechterlijke machtiging is verleend tot en met 23 november 2024, rekening houdend met de expiratiedatum van de eerdere machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling. De rechtbank heeft verwezen naar een eerdere uitspraak van de Hoge Raad van 9 oktober 2020 ter ondersteuning van haar beslissing. De beschikking is uitgesproken ter openbare zitting en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 23 oktober 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.