ECLI:NL:RBDHA:2024:17186
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter en griffier in bestuursrechtelijke procedure
Op 22 oktober 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek dat op 5 oktober 2024 was ingediend door verzoeker, vertegenwoordigd door [gemachtigde] van [gemachtigde] Consultancy B.V. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. M.E. Kiers, de rechter in de aan verzoeker gerelateerde hoofdzaken, en tegen de griffier. De wrakingskamer heeft het verzoek afgewezen voor zover het zich richtte tegen de rechter. De kamer oordeelde dat de procedurele beslissing van de rechter om geen digitale zitting te houden, geen grond voor wraking kan vormen, aangezien dit een beslissing is die onder het gesloten stelsel van rechtsmiddelen valt. Bovendien waren de overige stellingen van verzoeker onvoldoende onderbouwd om te concluderen dat de rechter partijdig zou zijn.
Ten aanzien van de griffier werd het verzoek niet-ontvankelijk verklaard, omdat een wrakingsverzoek enkel kan worden ingediend tegen een individuele rechter die de hoofdzaak behandelt. De wrakingskamer merkte op dat verzoeker en zijn gemachtigde eerder meerdere wrakingsverzoeken hadden ingediend die niet gegrond waren verklaard, en concludeerde dat het middel van wraking door [gemachtigde] mogelijk misbruikt werd om de voortgang van de procedures te frustreren. De kamer besloot dat een volgend wrakingsverzoek van [gemachtigde] in de hoofdzaken niet meer in behandeling zal worden genomen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.