ECLI:NL:RBDHA:2024:17185
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter en griffier in bestuursrechtelijke procedure
Op 22 oktober 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van P.D. Vastgoed en Ontwikkeling B.V. Het verzoek, ingediend op 5 oktober 2024, was gericht tegen mr. K.G. Scholten, de rechter in een aantal hoofdzaken tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Rijswijk. De wrakingskamer heeft het verzoek afgewezen voor zover het zich richtte tegen de rechter, omdat procedurele beslissingen van een rechter, zoals het al dan niet digitaal laten plaatsvinden van zittingen, geen grond voor wraking kunnen vormen. De overige stellingen van verzoekster waren onvoldoende geconcretiseerd om als wrakingsgrond te dienen.
Daarnaast werd het verzoek niet-ontvankelijk verklaard voor zover het zich richtte tegen de griffier, aangezien een wrakingsverzoek enkel kan worden ingediend tegen een individuele rechter die de hoofdzaak behandelt. De wrakingskamer constateerde bovendien dat de gemachtigde van verzoekster, [gemachtigde], eerder meerdere wrakingsverzoeken had ingediend die niet gegrond waren verklaard. Dit leidde tot de conclusie dat het middel van wraking door de gemachtigde mogelijk misbruikt werd om de voortgang van de procedures te frustreren. De wrakingskamer besloot dat een volgend wrakingsverzoek van deze gemachtigde niet meer in behandeling zal worden genomen.
De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De procesgang in de hoofdzaken zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevonden ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.