ECLI:NL:RBDHA:2024:17089

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 oktober 2024
Publicatiedatum
22 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.28606
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van verzet en verzoek om proceskostenvergoeding in asielzaak

Op 17 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een verzetprocedure van een opposant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. De zaak betreft een asielaanvraag waarbij de rechtbank op 3 oktober 2024, onder ECLI:NL:RBDHA:2024:16217, had geoordeeld dat er niet tijdig een besluit was genomen op de aanvraag van de opposant. Tegen deze uitspraak heeft de opposant verzet aangetekend. Op 9 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie echter een besluit genomen op de asielaanvraag van de opposant, wat leidde tot de intrekking van het verzet door de opposant. Gelijktijdig heeft de opposant verzocht om vergoeding van de proceskosten, omdat hij meende dat de minister hem tegemoet was gekomen.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is, wat inhoudt dat een verzoek om proceskostenvergoeding kan worden toegewezen als het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de minister niet tegemoet is gekomen aan het verzetschrift, omdat de beslissing van de minister niet betrekking had op de eerdere uitspraak van de rechtbank. Hierdoor was er geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De rechtbank heeft het verzoek om vergoeding van de proceskosten dan ook afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.28606

uitspraak van de enkelvoudige kamer op het verzet van

[opposant], opposant

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. Ö. Saraç).

Inleiding

In de uitspraak van 3 oktober 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:16217, heeft deze rechtbank en zittingsplaats met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan op het beroep van opposant tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag.
Opposant heeft tegen deze uitspraak verzet gedaan.
In het besluit van 9 oktober 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een besluit genomen op de asielaanvraag van opposant.
Opposant heeft het verzet ingetrokken en gelijktijdig verzocht om een veroordeling van de minister in de door hem gemaakte proceskosten.

Beoordeling door de rechtbank

1. In artikel 8:75a van de Awb staat dat een verzoek om vergoeding van de proceskosten, dat gelijktijdig met de intrekking van een beroep is gedaan, kan worden toegewezen als het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen. Dit artikel is ook van toepassing in verzet.
2. Een verzetschrift wordt ingediend omdat de indiener meent dat de rechtbank ten onrechte uitspraak heeft gedaan met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb. Als een verzet terecht is, wordt die uitspraak van de rechtbank vervallen verklaard.
3. Opposant heeft het verzet ingetrokken met gelijktijdig verzoek om een vergoeding van zijn proceskosten omdat verweerder inmiddels een beslissing heeft genomen op zijn asielaanvraag. Daarmee is niet langer sprake van het niet tijdig nemen van een besluit, waar het beroep oorspronkelijk over ging. Met de beslissing van verweerder is echter niet tegemoetgekomen aan het verzetschrift. Dat had immers betrekking op de uitspraak van de rechtbank. Voor een proceskostenvergoeding bestaat dan ook geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af.
Deze uitspraak is gedaan op 17 oktober 2024 door mr. S.E. van de Merbel, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.