ECLI:NL:RBDHA:2024:16861

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 oktober 2024
Publicatiedatum
17 oktober 2024
Zaaknummer
C/09/672205 / FT RK 24/766
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) en afwijzing verzoek eerdere ingangsdatum

Op 15 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bodemzaak betreffende de toelating van de heer [naam] tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De heer [naam] bevond zich in een problematische schuldensituatie en heeft een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de WSNP. Tijdens de zitting op 14 oktober 2024, waar ook zijn schuldhulpverlener aanwezig was, is het verzoek behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [naam] voldoet aan de eisen voor toelating tot de WSNP, waaronder de verplichting om te voldoen aan de informatie- en sollicitatieverplichtingen. De rechtbank heeft echter het verzoek van de heer [naam] om de ingangsdatum van de WSNP te vervroegen afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de heer [naam] onvoldoende inspanning heeft geleverd om een baan te vinden, wat essentieel is voor de WSNP. De rechtbank benadrukte dat de heer [naam] zijn sollicitatieplicht serieus moet nemen en dat hij zijn woonsituatie volledig moet rapporteren aan de WSNP-bewindvoerder. De WSNP-regeling is vastgesteld op achttien maanden, te rekenen vanaf de datum van de uitspraak. De rechtbank benoemde mr. L. Mundt tot rechter-commissaris en gaf de bewindvoerder opdracht om de post van de heer [naam] in te zien gedurende de eerste dertien maanden van de regeling. Deze beslissing is openbaar uitgesproken op 15 oktober 2024.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/24/95 R
vonnis van 15 oktober 2024
op het verzoek van:
[naam] ,
onbekende woon- of verblijfplaats,
postadres te [adres] , [postcode] [plaats] ,
hierna: de heer [naam] .
Waar deze zaak over gaat
De heer [naam] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de heer [naam] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
De heer [naam] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 14 oktober 2024. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan de heer [naam] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- de heer [naam] ,
- mevrouw Oppelaar-Kloeg schuldhulpverlener van de gemeente Den Haag.

2.De beoordeling van het verzoek

Toelating tot de Wsnp

2.1.
De heer [naam] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de heer [naam] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
De heer [naam] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan de heer [naam] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtsverplichting. De rechtbank wijst de heer [naam] nadrukkelijk op de informatieplicht. Hij moet de Wsnp-bewindvoerder (onder meer) volledig informeren over zijn woonsituatie. Daarnaast moet hij ook zijn sollicitatieverplichting serieus nakomen. Lees hierover ook punt 2.9.
2.4.
De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan de heer [naam] .
2.5.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als de heer [naam] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de heer [naam] kunnen verhalen.
Ingangsdatum looptijd Wsnp
2.6.
Artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet (Fw) bepaalt sinds 1 juli 2023 dat de termijn van de WSNP begint te lopen (ingaat) op de dag van de uitspraak tot de toepassing van de WSNP, dan wel van de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling indien die dag eerder is gelegen.
2.7.
De heer [naam] verzoekt de ingangsdatum van de WSNP te bepalen op een datum vijftien maanden voorafgaand aan de datum van een te wijzen toelatingsvonnis.
2.8.
De rechtbank neemt bij de beoordeling van een verzoek om een eerdere ingangsdatum – en daarmee bij de beoordeling van de vraag of sprake is van aflossingen in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling – onder meer het volgende tot uitgangspunt: (1) aflossen is maximaal aflossen, (2) de hoogte van de aflossing wordt vastgesteld aan de hand van het vrij te laten bedrag (Vtlb) zoals berekend met de Vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is en (3) invulling van de inspanningsplicht zoals in de WSNP:
a. Sollicitatieplicht die op dezelfde wijze wordt ingevuld als in de WSNP.
b. Controle op sollicitatieplicht op vergelijkbare wijze als in de WSNP.
c. Vrijstelling sollicitatieplicht die op vergelijkbare wijze wordt ingevuld als in de WSNP.
2.9.
Een eerdere ingangsdatum (een ingangsdatum vóór de dag van de WSNP-uitspraak) betekent dat vanaf die eerdere datum de WSNP-regeling met de daaraan verbonden WSNP-verplichtingen gaat gelden. Een van die WSNP-verplichtingen is de inspanningsverplichting. Deze verplichting houdt in dat de heer [naam] vanaf die eerdere ingangsdatum ten minste 36 uur per week had moeten werken of aanvullend had moeten solliciteren. De heer [naam] heeft in dat verband voldoende sollicitatiebewijzen aangeleverd, maar de rechtbank is van oordeel dat de inhoud van de sollicitaties onvoldoende is. Hij stuurt namelijk bij iedere sollicitatie een CV mee waarin onder meer staat dat
“de zin om te werken ook ver weg te zoeken is”. Daarnaast heeft hij in dit CV een uitgebreide opsomming van zijn medische klachten opgenomen. Bij gebrek aan een nadere onderbouwing heeft de rechtbank niet kunnen vaststellen dat hij deze klachten ook daadwerkelijk heeft. Hij sluit zijn CV af met de opmerking
‘Dus ik weet niet wat voor werk er bij deze moeilijkheden past. Maar heb wel een sollicitatie plicht’.De sollicitatieplicht houdt in dat de heer [naam] zijn best moet doen om een baan te vinden. De formulering van zijn sollicitaties geven onvoldoende blijk dat hij graag een baan wil vinden. Eerder het tegendeel. De rechtbank is daarom van oordeel de heer [naam] zich onvoldoende heeft ingespannen om daadwerkelijk een baan te vinden.
2.10.
Het verzoek om een eerdere ingangsdatum van de WSNP zal daarom alleen om deze reden al worden afgewezen.
2.11.
Verder merkt de rechtbank op dat de schuldhulpverlener het vakantiegeld ten onrechte buiten de berekeningen van de afdrachtverplichting heeft gehouden. De afdrachtverplichting houdt onder meer in dat maandelijks het verschil tussen de netto-inkomsten van een schuldenaar en het Vrij te laten bedrag (Vtlb) aan de boedel moet worden afgedragen oftewel moet worden gespaard voor de gezamenlijke schuldeisers.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[naam] ,
geboren op [geboortedag] -1959 te [geboorteplaats] (Nederlands Nieuw-Guinea),
onbekende woon- of verblijfplaats,
postadres te [adres] , [postcode] [plaats] ;
- stelt de termijn van deze regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf
15 oktober 2024;
- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. L. Mundt en tot bewindvoerder:
A. Noordzij (Adam & Noordzij Bewindvoering),
Postbus 744,
3284 ZG Zuid-Beijerland;
- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden de post van de heer [naam] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. L. Mundt, rechter, in samenwerking met mr. M.J.P. Vink, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2024.