In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, gaat het om een geschil tussen ZHONGSHAN RUICHENG CLOTHING TEXTILE CO. LTD (ZRCT), een Chinese producent van dameskleding, en AMEBALANCE B.V. (AB), een Nederlandse onderneming die zich bezighoudt met de in- en verkoop van modeartikelen. De procedure is gestart door ZRCT, die AB heeft aangeklaagd voor het niet betalen van facturen voor geleverde kleding. De vordering van ZRCT omvat een bedrag van € 498.379,05 exclusief btw, vermeerderd met rente en kosten. AB heeft de vordering betwist en stelt dat zij een betalingsachterstand heeft, maar dat zij op basis van een mondelinge afspraak pas hoeft te betalen nadat zij zelf betaling heeft ontvangen van haar klanten. AB heeft ook een reconventionele vordering ingesteld, waarin zij schadevergoeding eist van ZRCT wegens een vermeende tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst, omdat ZRCT de levering van de zomercollectie 2023 heeft stopgezet.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen van ZRCT in conventie toewijsbaar zijn, omdat AB de facturen niet heeft betaald en in verzuim is. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat ZRCT tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door de zomercollectie niet te leveren, maar dat AB onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de schade die zij stelt te hebben geleden. De rechtbank heeft de reconventionele vordering van AB afgewezen en de vordering van ZRCT toegewezen, met inachtneming van een verrekening van een bedrag dat AB op ZRCT kan verhalen. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.