Uitspraak
[eiser], uit [woonplaats], eiser
het college van burgemeester en wethouders van Leiden, verweerder
Inleiding
Beslissing
Overwegingen
.
Rechtbank Den Haag
Op 19 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Leiden. De eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van 24 februari 2023, waarin zijn bezwaar tegen de afwijzing van zijn aanvraag om handhavend op te treden tegen een bouwwerk in de achtertuin werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank oordeelde dat het bouwwerk niet vergunningvrij mocht worden opgericht, omdat het zich op minder dan 1 meter van openbaar toegankelijk gebied bevond. De rechtbank heeft vastgesteld dat het water achter de percelen niet als een doorsnee sloot kan worden aangemerkt, maar als openbaar toegankelijk en bevaarbaar water. Dit oordeel is gebaseerd op de Nota van Toelichting en eerdere jurisprudentie. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen 8 weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser en heeft verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 262,40, evenals het griffierecht van € 184,-.