ECLI:NL:RBDHA:2024:16725
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van een aanvraag voor een vliegtoelage met terugwerkende kracht en de rol van goed werkgeverschap in de sollicitatieprocedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 17 oktober 2024, zaaknummer SGR 24/2164, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een vliegtoelage met terugwerkende kracht beoordeeld. Eiseres had haar aanvraag ingediend na een klacht over de sollicitatieprocedure voor de functie van supervisor cabin attendant, waarbij zij vond dat er sprake was van vriendjespolitiek. De aanvraag werd oorspronkelijk afgewezen door de commandant Luchtstrijdkrachten op 9 juni 2023, en na bezwaar bleef deze afwijzing in stand bij het besluit van 8 februari 2024.
Tijdens de zitting op 19 september 2024 werd de klacht van eiseres besproken, waarbij zij aangaf dat de sollicitatieprocedure niet eerlijk was verlopen. De rechtbank constateert dat de klacht door verweerder is onderzocht, maar dat er geen onregelmatigheden zijn vastgesteld. Wel werd er een schijn van vooringenomenheid geconstateerd, wat leidde tot de bevordering van eiseres met terugwerkende kracht tot adjudant. Eiseres verzocht echter ook om toekenning van de vliegtoelage, wat door verweerder werd afgewezen omdat zij niet voldeed aan de wettelijke vereisten.
De rechtbank oordeelt dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat er geen bijzondere omstandigheden waren die schadeloosstelling op grond van artikel 115 van het AMAR rechtvaardigden. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de vliegtoelage terecht was en verklaart het beroep van eiseres ongegrond. Eiseres krijgt geen terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt de rol van goed werkgeverschap en de discretionaire bevoegdheid van de overheid in dergelijke zaken.