ECLI:NL:RBDHA:2024:16692
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechters in civiele procedure na einduitspraak
Op 15 oktober 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoeker, die zich niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een eerdere einduitspraak in de hoofdzaak, die op 18 september 2024 door dezelfde rechters was gedaan. De wrakingsprocedure is gestart op 4 oktober 2024, maar verzoeker heeft deze ingediend zonder tussenkomst van een advocaat, terwijl hij zich in de hoofdzaak verplicht had moeten laten vertegenwoordigen. Dit is in strijd met het geldende wrakingsprotocol van de rechtbank, dat vereist dat een dergelijk verzoek door een advocaat wordt ingediend. De rechtbank oordeelt dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoek, omdat de wet geen mogelijkheid biedt voor wraking na een einduitspraak. Bovendien is er geen reden voor een mondelinge behandeling, aangezien het verzoek niet aan de wettelijke vereisten voldoet. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.