ECLI:NL:RBDHA:2024:1667
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag na vertrek met onbekende bestemming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2024 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die niet-ontvankelijk is verklaard. Eiser had op 21 november 2023 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De gemachtigde van eiser heeft voorafgaand aan de zitting laten weten dat zowel eiser als hijzelf niet ter zitting zullen verschijnen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 29 november 2023 met onbekende bestemming is vertrokken en geen contact meer onderhoudt met zijn gemachtigde. Dit heeft geleid tot de conclusie dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op asielrechtelijke bescherming in Nederland. Aangezien eiser geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en geanonimiseerd gepubliceerd. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.