In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op 8 april 2023. De minister van Asiel en Migratie, verweerder, heeft niet tijdig beslist op deze aanvraag, wat aanleiding gaf tot het indienen van beroep. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit was overschreden, en dat eiseres op 16 juli 2024 verweerder in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zestien weken na de uitspraak alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 437,50. De uitspraak is gedaan door rechter mr. A. Skerka en is openbaar gemaakt op 13 september 2024.