ECLI:NL:RBDHA:2024:16533
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting met betrekking tot buitenlandse bankrekening
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de herziening en terugvordering van zijn bijstandsuitkering. Eiser ontving van 1 mei 2016 tot en met 19 maart 2019 een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (Pw). Het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg heeft op basis van een anonieme melding en bankafschriften van de Banque Populaire vastgesteld dat eiser een bankrekening in Marokko had, die hij niet had gemeld. Het college heeft de bijstandsuitkering herzien en een bedrag van € 3.132,25 teruggevorderd. Eiser betwistte de herziening en terugvordering, maar de rechtbank oordeelde dat het college aannemelijk heeft gemaakt dat eiser de inlichtingenverplichting heeft geschonden. De rechtbank concludeert dat het college het recht op bijstand schattenderwijs heeft vastgesteld op basis van de beschikbare gegevens, en dat eiser niet heeft aangetoond dat hij geen actieve bankrekening had in de relevante periode. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de herziening en terugvordering in stand blijft.