ECLI:NL:RBDHA:2024:16168
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en Dublinonderzoek
In deze zaak heeft eiser, met V-nummer [V-nummer], op 3 juli 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 14 januari 2023 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 2 oktober 2024 uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft onderzocht of de asielaanvraag van eiser niet in behandeling moest worden genomen op grond van de Dublinverordening, waarbij Italië als verantwoordelijk lidstaat werd aangewezen. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn voor de asielaanvraag op 26 april 2023 is aangevangen, en dat deze op 26 oktober 2023 zou eindigen. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de einddatum op 26 juli 2024 komt te liggen. De rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling van eiser op 1 mei 2024 prematuur was, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.