ECLI:NL:RBDHA:2024:16166
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-tijdig beslissen op asielaanvraag en prematuur ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiser op 17 juli 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 3 april 2023 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 2 oktober 2024 uitspraak gedaan. De wettelijke beslistermijn van zes maanden voor de asielaanvraag eindigde op 3 oktober 2023. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2023/3 is deze termijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe einddatum op 3 juli 2024 viel. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig was, en dat er op het moment van de ingebrekestelling op 2 juli 2024 nog geen sprake was van een verstreken beslistermijn.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de ingebrekestelling prematuur was, omdat de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, dat binnen zes weken na verzending ingediend kan worden.