ECLI:NL:RBDHA:2024:16070

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
7 oktober 2024
Zaaknummer
NL24.31807
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en overschrijding beslistermijn door de minister van Asiel en Migratie

Op 2 oktober 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, vertegenwoordigd door mr. R.C. van den Berg, beroep had ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank had eerder op 27 februari 2024 het beroep van eiser gegrond verklaard en een beslistermijn van acht weken opgelegd. Eiser stelde op 13 augustus 2024 opnieuw beroep in, omdat de beslistermijn was overschreden. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn inderdaad was overschreden en dat er geen ingebrekestelling vereist was. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en droeg de minister van Asiel en Migratie op om binnen twee weken na verzending van de uitspraak een besluit te nemen. Tevens werd een dwangsom van €200 per dag opgelegd, met een maximum van €15.000, voor elke dag dat de minister de termijn overschrijdt. De proceskosten werden vastgesteld op €437,50. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.31807

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. R.C. van den Berg)
en
de minister van Asiel en Migratie,voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij uitspraak van 27 februari 2024 [1] heeft deze rechtbank, zittingsplaats Middelburg, het beroep van eiser gegrond verklaard en daarbij een beslistermijn van acht weken opgelegd.
Op 13 augustus 2024 datum heeft eiser opnieuw beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag.

Overwegingen

Voor het wettelijk kader en de aan het beroep ten grondslag liggende overwegingen verwijst de rechtbank naar de aan deze uitspraak gehechte bijlage.
Is de beslistermijn overschreden?
(X) Ja
( ) Nee
Is er een correcte ingebrekestelling en is het beroep meer dan twee weken later ingesteld?
( ) Ja
(X) Nee, een ingebrekestelling is niet vereist. [2]
Is het beroep gegrond?
( ) Nee
Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
(X) Ja
Binnen welke termijn moet verweerder alsnog een besluit nemen?
( ) Verweerder heeft geen bijzondere omstandigheden gesteld. De rechtbank stelt daarom een nadere termijn vast van veertien dagen vanaf de datum waarop de uitspraak naar partijen wordt verstuurd.
( ) Er is sprake van bijzondere omstandigheden. Er zijn achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank acht een nadere beslistermijn tot uiterlijk _____ redelijk. Hierbij wordt zowel recht gedaan aan het belang van verweerder om een zorgvuldige beslissing te nemen, als aan het belang van eiser om op korte termijn een beslissing te krijgen op de aanvraag. Ook wordt daarmee de uiterste termijn van 21 maanden zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn niet overschreden.
( ) Er is sprake van bijzondere omstandigheden. Er zijn achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank acht een nadere beslistermijn van maximaal ___________ weken na de datum van verzending van deze uitspraak redelijk. Hierbij wordt zowel recht gedaan aan het belang van verweerder om een zorgvuldige beslissing te nemen, als aan het belang van eiser om op korte termijn een beslissing te krijgen op de aanvraag.
( ) Er is sprake van bijzondere omstandigheden, de rechtbank heeft verweerder echter eerder al een termijn gesteld zonder dat verweerder heeft beslist. De rechtbank stelt daarom een nadere termijn vast van veertien dagen vanaf de datum waarop de uitspraak naar partijen is verstuurd.
(X) Er is sprake van bijzondere omstandigheden, de uiterste termijn van 21 maanden zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn is overschreden. De rechtbank ziet daarom aanleiding om verweerder op te dragen zo snel mogelijk op de asielaanvraag te beslissen, maar uiterlijk twee weken na verzending van deze uitspraak.
Is er aanleiding om een rechterlijke dwangsom op te leggen?
(X) Ja
( ) Nee
Hoe hoog is de rechterlijke dwangsom als verweerder niet binnen deze termijn beslist?( ) € 100 per dag met een maximum van € 7.500.
(X) Een ander bedrag, namelijk €200 per dag met een maximum van €15.000.
Is er aanleiding om proceskosten vast te stellen?
(X) Ja
( ) Nee
Hoe hoog zijn de te vergoeden proceskosten?De volgende proceskosten worden toegekend:
(X) 1 punt voor het indienen van het beroepschrift
( ) 1 punt voor de nadere reactie(s)
( ) 0,5 punt voor een nadere reactie
met een waarde per punt van € 875 en een wegingsfactor 0,5.

Beslissing

De rechtbank:
(X) verklaart het beroep gegrond;
(X) draagt verweerder op om zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen twee weken na de verzending van deze uitspraak een besluit bekend te maken met inachtneming van deze uitspraak;
(X) bepaalt dat verweerder aan eiser een dwangsom van € 200 verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000.
(X) veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,50.
Deze uitspraak is gedaan op 2 oktober 2024 door mr. S.E. van de Merbel, rechter, in aanwezigheid van S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

2.Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 8 maart 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:673), volgt dat wanneer de wettelijke termijn voor het nemen van een besluit is verstreken, in beginsel een ingebrekestelling is vereist in het geval dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit (voor de eerste keer) beroep wordt ingesteld bij de bestuursrechter. Uit voornoemde uitspraak volgt ook dat wanneer de bestuursrechter een termijn heeft gesteld en het bestuursorgaan zich, in weerwil van het gezag van deze rechterlijke uitspraak, daaraan niet houdt, een nieuwe ingebrekestelling niet is vereist