Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.33397
[eiseres] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
€ 437,50 (vierhonderdzevenendertig euro en vijftig cent).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. De rechtbank heeft op 1 oktober 2024 uitspraak gedaan zonder zitting, op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht, wat door de rechtbank voorlopig is toegewezen. De rechtbank oordeelt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2 van de Awb. Eiseres had haar aanvraag op 10 januari 2024 ingediend, en verweerder had uiterlijk op 9 juli 2024 een besluit moeten nemen. Aangezien dit niet is gebeurd, is het beroep gegrond verklaard.
Verweerder hanteert sinds 15 januari 2024 het ‘first-in first-out’ (fifo)-principe voor de verwerking van nareisaanvragen. Eiseres' aanvraag zou volgens dit principe pas in juli 2025 in behandeling worden genomen. De rechtbank heeft echter geen aanleiding gezien om de behandeling van het beroep aan te houden, omdat verweerder niet heeft aangetoond dat er sprake is van overmacht. De rechtbank legt verweerder een termijn van twee weken op om een besluit bekend te maken, met de mogelijkheid om deze termijn te verlengen in bijzondere gevallen.
De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100 per dag verbeurt voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat verweerder aan eiseres € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van proceskosten, die zijn vastgesteld op € 437,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.