ECLI:NL:RBDHA:2024:15696
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris in strafzaak
Op 30 september 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker, die gedetineerd is in een penitentiaire inrichting. Het verzoek was gericht tegen mr. C.F. Mewe, de rechter-commissaris die betrokken was bij de toetsing van de inverzekeringstelling van de verzoeker. De verzoeker stelde dat er sprake was van een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid, omdat de rechter-commissaris over meer informatie beschikte dan de verdediging tijdens de toetsing van de inverzekeringstelling op 2 augustus 2024. De wrakingskamer oordeelde echter dat de enkele omstandigheid dat de rechter-commissaris meer kennis had van de zaak dan de verdediging, niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter-commissaris zich moet beperken tot de stukken in het toetsingsdossier en dat er geen concrete aanwijzingen waren dat de rechter-commissaris onpartijdig had gehandeld. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd unaniem genomen door de drie rechters, en het proces in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.