Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
Inleiding
Overwegingen
Ten aanzien van de stelling van eiser dat er bij overdracht aan Zweden sprake zal zijn van indirect refoulement, overweegt de rechtbank dat eiser hier in het kader van de Dublinprocedure geen beroep (meer) op kan doen wanneer is aangenomen dat uitgegaan kan worden van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Dit volgt onder andere uit de Afdelingsuitspraak van 12 juni 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:2359). Het door eiser gestelde verschil in beschermingsbeleid tussen Nederland en Zweden kan daarom ook geen grond vormen voor het oordeel dat verweerder de asielaanvraag aan zich moet trekken. Verweerder heeft ook geen aanleiding hoeven zien om toepassing te geven aan artikel 17, eerste lid, van de Dublinverordening.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1750 (duizendzevenhonderdvijftig euro).
www.rechtspraak.nl.