ECLI:NL:RBDHA:2024:15574
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering overbruggingsregeling studiefinanciering en vaststelling OV-schuld
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 17 september 2024, in de zaak tussen eiseres en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, werd het beroep van eiseres ongegrond verklaard. Eiseres had een beroep ingesteld tegen de weigering van de overbruggingsregeling uit de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf) en de vaststelling van een OV-schuld. De rechtbank beoordeelde dat eiseres, na het behalen van haar MBO-diploma op 20 april 2023, geen recht meer had op studiefinanciering en dus ook niet op de overbruggingsregeling, omdat haar vervolgopleiding pas in september 2023 begon. Eiseres had in mei 2023 gebruik gemaakt van het studentenreisproduct, terwijl zij geen recht meer had op studiefinanciering, wat leidde tot de oplegging van een OV-boete en een OV-schuld van € 162,82. De rechtbank oordeelde dat de weigering van de overbruggingsregeling niet onevenredig was en dat eiseres zelf verantwoordelijk was voor het tijdig stopzetten van het reisproduct. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de weigering van de overbruggingsregeling onredelijk maakten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.