ECLI:NL:RBDHA:2024:15572
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen besluit tot verwijdering uit STAP-scholingsregister
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 10 september 2024, in de zaak SGR 24/917, is het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres, handelend onder de naam [handelsnaam], had bezwaar gemaakt tegen de verwijdering van twee opleidingen uit het STAP-scholingsregister door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De rechtbank oordeelde dat het bezwaar te laat was ingediend, omdat het bezwaarschrift pas op 28 juni 2023 door verweerder was ontvangen, terwijl de termijn voor indiening zes weken na bekendmaking van het besluit was. Eiseres had het bezwaar aanvankelijk op 28 april 2023 naar een verkeerd e-mailadres gestuurd, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar. De rechtbank concludeerde dat er geen verschoonbare redenen waren voor de termijnoverschrijding, aangezien eiseres niet voldoende had onderbouwd dat de hyperlink in de bezwaarclausule foutief was. Bovendien was het beroep wegens niet-tijdig beslissen ongegrond, omdat verweerder binnen de gestelde termijn van twee weken na ingebrekestelling had beslist. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond, waardoor het besluit in stand bleef. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.