ECLI:NL:RBDHA:2024:15569
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing rectificatieverzoek persoonsgegevens door UWV
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar verzoek om rectificatie van haar persoonsgegevens door de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had op 3 maart 2023 een verzoek ingediend om aanpassing van een rapportage van een verzekeringsarts, welke aanvraag door verweerder was afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 9 juli 2024 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het primaire besluit bevoegdelijk is genomen door een daartoe gemandateerde stafverzekeringsarts. De rechtbank stelt vast dat de rapportage is opgesteld ten behoeve van de besluitvorming door verweerder en dat de verzekeringsarts de rapportage heeft opgemaakt. De rechtbank concludeert dat er geen onjuistheden zijn aangetoond in de rapportage en dat het rectificatieverzoek niet door de juiste persoon is beoordeeld, maar dat dit niet leidt tot een andere uitkomst.
Eiseres heeft geen objectieve bewijsstukken ingebracht die aantonen dat de rapportage onjuist of onvolledig is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gedaan op 10 september 2024.