ECLI:NL:RBDHA:2024:15561
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Boete wegens onvergunde zelfstandige bewoning en de rol van de eigenaar in de handhaving
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 10 september 2024, wordt het beroep van eiser tegen de oplegging van een boete voor onvergunde onzelfstandige bewoning beoordeeld. Eiser, eigenaar van meerdere woningen in Den Haag, kreeg een boete van € 10.000,- opgelegd omdat er meer dan drie personen in zijn woning aan de [adres] in [plaatsnaam] woonden zonder vergunning. De Haagse Pandbrigade constateerde tijdens een inspectie op 20 september 2022 dat er vijf slaapplaatsen waren, waarvan vier in gebruik. Eiser betwistte de boete en stelde dat hij niet als overtreder kon worden aangemerkt, omdat hij geen feitelijke controle had over de onderhuur door een huurder met de achternaam [achternaam]. De rechtbank oordeelde echter dat eiser als functioneel dader kan worden aangemerkt, omdat hij niet de zorg heeft betracht die van hem verwacht kon worden om de overtreding te voorkomen. De rechtbank concludeerde dat eiser op de hoogte was van de onderhuur en dat hij onvoldoende toezicht had gehouden. De rechtbank verwierp ook het argument dat de boete onevenredig hoog was, aangezien eiser beroepsmatig woningen verhuurt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor de boete in stand blijft en eiser geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.