ECLI:NL:RBDHA:2024:15233

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 september 2024
Publicatiedatum
25 september 2024
Zaaknummer
NL24.28305
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielprocedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 september 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een Syrische nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de herhaalde asielprocedure. Deze aanvraag was door de minister van Asiel en Migratie op 9 juli 2024 afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 5 september 2024 behandeld, waarbij verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. C.T.W. van Dijk, en een tolk, A. Ben Mohammed. De minister was vertegenwoordigd door mr. E.H.J.M. de Bonth.

Tijdens de zitting is vastgesteld dat er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in een andere zaak (NL24.28304) die verband houdt met het beroep van verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak op het beroep was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL24.28305
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. C.T.W. van Dijk),
en
de minister van Asiel en Migratie, verweerder (gemachtigde: mr. E.H.J.M. de Bonth).

Procesverloop

Bij besluit van 9 juli 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de herhaalde asielprocedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL24.28304, op
5 september 2024 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Ben Mohammed. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verzoeker is van Syrische nationaliteit en is geboren op [gebootedatum] 1979.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.28304, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.M.A.F.C. Lienaerts, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
10 september 2024

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.