In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, uitgesproken op 7 februari 2024, is de kinderalimentatie vastgesteld voor de minderjarige [minderjarige 1], geboren op [geboortedag 1] 2014. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. D. Vurdelja, heeft verzocht om een maandelijkse bijdrage van € 540,-, terwijl de vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.K. Visser, heeft aangegeven slechts € 103,- te kunnen betalen. De rechtbank heeft de draagkracht van de vader beoordeeld, rekening houdend met zijn onderhoudsverplichtingen voor zijn andere kinderen, [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader een netto inkomen heeft van € 3.609,- per maand, wat resulteert in een draagkracht van € 1.077,-. De moeder heeft een draagkracht van € 418,- per maand. De rechtbank heeft besloten dat de vader vanaf 23 mei 2023 een kinderalimentatie van € 316,- per maand moet betalen aan de moeder. Deze beslissing is gebaseerd op de behoefte van de kinderen en de draagkracht van beide ouders. De rechtbank heeft ook de ingangsdatum van de alimentatie vastgesteld op de datum van indiening van het verzoekschrift. De alimentatie zal jaarlijks worden geïndexeerd en de vader moet de betalingen voorafgaand aan de maand maken. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de alimentatie ook moet worden betaald als er hoger beroep wordt ingesteld.