Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Is het beroep ontvankelijk en gegrond?
Eiser heeft op 1 november 2023 zijn aanvraag ingediend. Verweerder heeft deze aanvraag kort daarna ontvangen. Verweerder moet uiterlijk binnen 90 dagen na ontvangst van de aanvraag beslissen. [4] Verweerder heeft de beslistermijn met drie maanden verlengd. Eiser heeft verweerder op 7 mei 2024, door verweerder ontvangen op 8 mei 2024, ingebreke gesteld. Dit is na het verstrijken van de beslistermijn. Ook heeft eiser meer dan twee weken na de ingebrekestelling beroep in gesteld. Dit betekent dat het beroep terecht is ingediend. Het beroep is gegrond.
Omdat verweerder nog geen besluit heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog moet doen. Het bestuursorgaan moet dit in principe doen binnen twee weken na het verzenden van de uitspraak. [5] In bijzondere gevallen of als dat voor de naleving van wettelijke voorschriften nodig is, kan de rechtbank een andere termijn opleggen. [6]
Beslissing
- stelt de door verweerder te betalen dwangsom vast op € 1.442,-;
- draagt verweerder op om
binnen acht wekenna de dag van verzending van deze uitspraak een besluit op de aanvraag bekend te maken. Indien binnen die termijn wordt besloten dat nader onderzoek moet plaatsvinden en dat aan eiser schriftelijk is meegedeeld, dan moet het besluit binnen twintig weken na de dag van verzending van deze uitspraak bekend worden gemaakt;
- bepaalt dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 187,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 437,50.