Beoordeling door de rechtbank
2. De rechtbank beoordeelt of verweerder de asielaanvragen van eisers terecht heeft afgewezen als ongegrond. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die eisers hebben aangevoerd: de beroepsgronden.
3. Eisers leggen aan hun asielaanvragen het volgende ten grondslag. Zij hebben al jaren moeite met het Chinese overheidsbeleid. Eisers runden in China ([plaats]) een horecazaak (snackbar/noedelzaak). In maart 2018 is in de straat van de horecazaak een gastank ontploft, wat voor lokale bestuurders aanleiding was om strenger te gaan controleren. De zaak werd erg vaak gecontroleerd en eisers werden lastiggevallen en bedreigd. Zij zagen geen andere oplossing dan om de horecazaak in juni 2019 te sluiten en een supermarkt te openen. Hierna werden de controles duidelijk minder. De directe aanleiding voor het vertrek uit China is geweest het strenge coronabeleid dat de Chinese overheid voerde in Wuhan. Daarnaast hadden eisers moeite met het strikte kindbeleid. Toen hun derde kind in China werd geboren, was een derde kind nog niet toegestaan. Eiseres was bij aankomst in Nederland in verwachting van hun vierde kind. Inmiddels hebben eisers vijf kinderen.
4. Het asielrelaas van eisers bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
nationaliteit, identiteit en herkomst;
problemen met noedelzaak;
foto’s gemaakt bij de Chinese ambassade;
problemen vanwege geboortebeperkingsbeleid.
Voor wat betreft het asielrelaas van eiser is nog het relevante element ‘politieke overtuiging’ toegevoegd.
5. Verweerder heeft de gestelde politieke overtuiging van eiser ongeloofwaardig geacht. Op basis van de overige, geloofwaardig geachte relevante elementen heeft verweerder geconcludeerd dat eisers niet in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, omdat zij niet kunnen worden aangemerkt als vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag en eisers ook geen risico lopen op ernstige schade bij terugkeer naar China. Daarbij heeft verweerder overwogen dat China het geboortebeperkingsbeleid flink aan het versoepelen is, dat het inmiddels is toegestaan om meer dan twee kinderen te hebben, en dat de boetes of ‘social maintenance fees’ zijn afgeschaft. Tevens heeft verweerder overwogen dat, voor zover er sprake is van een politieke overtuiging, van eisers bij terugkeer naar China terughoudendheid mag worden verwacht. Verweerder heeft de aanvragen van eisers op basis daarvan afgewezen als ongegrond.
6. Eisers hebben aangevoerd dat verweerder in zijn beoordeling niet alle relevante elementen heeft onderkend en heeft meegewogen. Zij wijzen in dat verband op hun verklaringen over hun nieuwe geloofsovertuiging, het christendom.
7. Bij de beoordeling van de geloofwaardigheid worden eerst de relevante elementen uit het asielrelaas vastgesteld en daarna getoetst. In WI2014/10 is een relevant element gedefinieerd als “een feit of omstandigheid dat raakt aan tenminste één onderwerp of verhaallijn en die in verband staat met vluchtelingschap dan wel artikel 3 EVRM”. De rechtbank leidt uit het bestreden besluit af dat een verklaring over een nieuwe geloofsovertuiging pas als relevant element wordt onderkend en wordt beoordeeld op geloofwaardigheid als deze is gebaseerd op een diepgewortelde innerlijke overtuiging.
8. De rechtbank stelt vast dat eisers bij hun nader gehoor op 27 respectievelijk 26 januari 2022 verklaringen hebben afgelegd over hun geloof en over hun belangstelling in het christendom. Eiser heeft verklaard dat hij in Nederland een protestant heeft leren kennen, dat hij nu is bekeerd en in de leer is bij die persoon.Later heeft hij in hetzelfde gehoor verklaard nog niet bekeerd te zijn, dat hij nog niet is gedoopt, en dat hij de bijbel aan het leren is.Eiseres heeft verklaard dat zij een beetje een geloof heeft, dat zij in haar hart gelooft, maar dat zij officieel niet een christen is.Tijdens de zitting op 23 augustus 2024 is toegelicht dat eisers ook toen nog niet gedoopt zijn en dat hun kinderen naar een katholieke school gaan.
9. Verweerder heeft zich voldoende gemotiveerd op het standpunt gesteld dat niet is gebleken van een zodanige geloofsovertuiging dat die in verband staat met vluchtelingschap of artikel 3 van het EVRM. Ook is niet gebleken van een relevante geloofsgroei in de periode van het verblijf van eisers in Nederland. Dat de kinderen in Nederland naar een katholieke school gaan, is daarvoor onvoldoende.
10. Verweerder heeft de relevante elementen correct vastgesteld.
11. Verweerder heeft de aanvraag van eiser voor wat betreft de gestelde politieke overtuiging getoetst aan zijn beleid zoals geformuleerd in paragraaf C2/3.2 van de Vc. Daarin is thans bepaald (paragraaf 3.2.5.3)– onder meer – dat verweerder beoordeelt of de sterkte van de politieke overtuiging al dan niet in combinatie met door de vreemdeling verrichte activiteiten om die overtuiging uit te dragen ertoe heeft geleid dat de vreemdeling de negatieve belangstelling van de autoriteiten van het land van herkomst heeft gewekt of kan wekken en wat de gevolgen daarvan zouden zijn. Deze beoordeling vindt plaats op basis van de individuele verklaringen van de vreemdeling in combinatie met de beschikbare algemene informatie over de situatie in het land van herkomst.
12. Eisers hebben in beroep gewezen op het X-account waarop eiser openlijk kritiek zou uiten op het Chinese politieke regime. Eisers hebben ook foto’s overgelegd waarop zij demonstrerend met politieke teksten te zien zijn voor de Chinese ambassade. Eisers stellen dat zij daarmee in de negatieve aandacht staan van de Chinese autoriteiten.
13. Verweerder heeft zich voldoende gemotiveerd op het standpunt gesteld dat van een politieke overtuiging als bedoeld in paragraaf C2/3.2 van de Vc niet is gebleken. Verweerder heeft in het aanvullend verweerschrift van 22 augustus 2024 toegelicht dat hij zich op basis van het gewijzigde beleid thans op het standpunt stelt dat er ten aanzien van eiser weliswaar sprake is van een politieke overtuiging, maar dat die niet zodanig is dat er sprake is van een gegronde vrees voor vervolging bij terugkeer naar China. Over het door eisers aangehaalde X-account op naam van [naam 2] heeft verweerder in het bestreden besluit bevestigd dat dit account sinds juni 2021 redelijk actief is met tweets en retweets rondom politieke onderwerpen, maar verweerder heeft daarbij terecht overwogen dat de naam van het account anders is dan de naam van eiser en dat op het account geen foto’s of gegevens zichtbaar zijn die te herleiden zijn naar eiser. Verweerder heeft daarbij ook overwogen dat uit de inhoud van de tweets evenmin valt op te maken dat deze door eiser zijn geschreven. Verweerder heeft daarbij in redelijkheid in aanmerking kunnen nemen dat eiser over het bestaan van het account niets heeft gezegd bij het nader gehoor, terwijl de hoormedewerker specifiek heeft gevraagd of eiser nog op andere manieren politiek actief is geweest.Dat eiser bij het nader gehoor de tolk niet goed zou hebben begrepen, blijkt niet uit het verslag van het nader gehoor. Verweerder heeft in het verweerschrift terecht opgemerkt dat uit het verslag blijkt dat aan het begin van het gehoor is besproken dat eiser de tolk goed kan verstaan en begrijpen. Daarbij heeft verweerder terecht opgemerkt dat die keren dat de tolk heeft gezegd het vermoeden te hebben dat er een misverstand is ontstaan, dat mogelijke misverstand is besproken. Na afloop van het nader gehoor heeft eiser bevestigd dat hij de tolk goed heeft kunnen begrijpen en verstaan.
14. Verweerder heeft voorts niet ten onrechte overwogen dat eisers ook anderszins niet hebben aangetoond dat zij door hun activiteiten in de aandacht van de Chinese autoriteiten staan. Over het demonstreren bij de Chinese ambassade heeft verweerder opgemerkt dat dit volgens eisers verklaring één keer is gebeurd en dat dit 20 à 30 minuten heeft geduurd. Verweerder heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat er sprake is van een eenmalige en kortstondige actie, en dat dit onvoldoende is om te kunnen spreken van een gegronde vrees voor vervolging vanwege een politieke overtuiging.
15. Eisers hebben bij hun aanvullende beroepsgronden van 12 augustus 2024 aanvullende stukken ingebracht, waaronder een X-bericht en berichten en accountinformatie van Wechat. Met deze informatie hebben eisers geen betere onderbouwing gegeven van hun standpunt dat zij in de negatieve belangstelling van de Chinese autoriteiten staan. Verweerder heeft daarover in zijn aanvullend verweerschrift van 22 augustus 2024 terecht opgemerkt dat niet onderbouwd is hoe deze berichten herleidbaar zijn naar eiser/eisers, dat de berichten niet zijn vertaald en dat de inhoud van de berichten daardoor niet kan worden vastgesteld.
16. De beroepsgronden met betrekking tot de politieke overtuiging slagen niet.
17. Eisers hebben inmiddels vijf kinderen, meer dan het huidige beleid volgens eisers toestaat. Eisers hebben zich op het standpunt gesteld dat verweerder het bestreden besluit onvoldoende heeft gemotiveerd, omdat verweerder niet in de besluitvorming heeft betrokken dat zij destijds in China zijn vernederd vanwege het feit dat zij een kind te veel hadden en dat het derde kind destijds door de Chinese overheid niet is erkend.
18. Het beroep van eisers op het motiveringsbeginsel kan niet slagen. Verweerder heeft in zijn verweerschrift terecht erop gewezen dat hij de door eisers gestelde problemen vanwege het destijds geldende geboortebeperkingsbesluit geloofwaardig heeft geacht en dat hij daarmee dus ook rekening heeft gehouden.
19. De rechtbank stelt vast dat partijen het erover eens zijn dat het geboortebeperkingsbeleid sinds het vertrek van eisers uit China is versoepeld. Verweerder heeft in zijn verweerschrift verwezen naar het Algemeen ambtsbericht China van december 2022, waaruit blijkt dat met de inwerkingtreding van de ‘Population and Family Planning Law’ op 20 augustus 2021 het gehuwde stellen is toegestaan om maximaal drie kinderen te hebben. Daarbij is tevens vermeld dat met het ingaan van het amendement de SCFis afgeschaft en dat de geamendeerde wet geen sancties kent die kunnen worden opgelegd aan mensen die vier of meer kinderen krijgen. Dat hebben eisers ter zitting bevestigd.
20. Verweerder heeft op basis daarvan niet ten onrechte overwogen dat eisers bij terugkeer naar China vanwege het hebben van meer dan drie kinderen geen reëel risico lopen op ernstige schade. Overigens heeft verweerder daarbij ook terecht overwogen dat eventuele boetes voor het overschrijden van het geboortebeperkingsbeleid niet te herleiden zijn tot een van de situaties als genoemd in paragraaf C2/3.3 van de Vc.