ECLI:NL:RBDHA:2024:14873
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennisgeving voortduren maatregel van bewaring en ongegrondverklaring beroep tegen de minister van Asiel en Migratie
Op 19 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een Algerijnse eiser die in beroep ging tegen de voortduren van de maatregel van bewaring, opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De maatregel was op 3 juni 2024 opgelegd op basis van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister voldoende voortvarend werkt aan de uitzetting van de eiser, die op 28 september 2024 gepland staat. De rechtbank heeft eerder in een uitspraak van 27 juni 2024 geoordeeld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van dat onderzoek op 21 juni 2024. De rechtbank heeft het beroep van de eiser op 13 september 2024 behandeld, waarbij de eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. De rechtbank concludeert dat er zicht is op uitzetting naar Algerije en dat de minister terecht geen lichter middel dan bewaring heeft opgelegd, gezien de weigering van de eiser om mee te werken aan zijn uitzetting. Het beroep is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.