ECLI:NL:RBDHA:2024:14734

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 september 2024
Publicatiedatum
17 september 2024
Zaaknummer
C/09/24/85 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) met verzoek om eerdere ingangsdatum

Op 17 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toelating van een verzoeker tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De verzoeker, die zich in een problematische schuldensituatie bevindt, heeft verzocht om toegelaten te worden tot de WSNP. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen en de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op 17 augustus 2023, dertien maanden voor de datum van de uitspraak. Dit betekent dat de verzoeker gedurende deze periode aan zijn verplichtingen heeft voldaan en dat de WSNP-regeling nu van toepassing is voor een totale duur van negentien maanden.

De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de verplichtingen die de verzoeker moet nakomen tijdens de WSNP, waaronder de informatieverplichting, inspanningsverplichting, en de verplichting om geen nieuwe schulden te maken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker in de periode van augustus 2023 tot en met augustus 2024 een bedrag van € 809,00 heeft gespaard, wat onderbouwd is met Vtlb-berekeningen. De rechtbank heeft ook een bewindvoerder benoemd die toezicht houdt op de naleving van de WSNP-verplichtingen.

De rechtbank heeft de termijn van de WSNP verlengd met één maand, zodat de totale duur van de regeling nu zes maanden bedraagt vanaf de uitspraak. De verzoeker moet zich gedurende deze periode blijven inspannen om zijn inkomsten te maximaliseren en het verschil tussen zijn netto-inkomsten en het vrij te laten bedrag (Vtlb) aan de boedel af te dragen. De rechtbank heeft ook bepaald dat alle gelegde beslagen komen te vervallen door deze uitspraak. De beslissing is openbaar uitgesproken door rechter L. Mundt, in samenwerking met griffier C. Groesbeek.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/24/85 R
vonnis van 17 september 2024
op het verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [adres 1] ,
[postcode 1] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
[verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 16 september 2024. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan [verzoeker] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- [verzoeker] ,
- de heer [naam] , schuldhulpverlener van Verder.

2.De beoordeling van het verzoek

Toelating tot de WSNP

2.1.
[verzoeker] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
[verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtsverplichting.
2.4.
De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Deze postblokkade geldt gedurende de materiële looptijd van de schuldsaneringsregeling. Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt stopt de postblokkade. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan [verzoeker] .
2.5.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als [verzoeker] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op [verzoeker] kunnen verhalen.
Ingangsdatum looptijd van de WSNP
2.6.
Artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet (Fw) bepaalt sinds 1 juli 2023 dat de termijn van de WSNP begint te lopen (ingaat) op de dag van de uitspraak tot de toepassing van de WSNP, dan wel van de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling indien die dag eerder is gelegen.
2.7.
[verzoeker] verzoekt de ingangsdatum van de WSNP te bepalen op een datum veertien maanden voorafgaand aan de datum van een te wijzen toelatingsvonnis.
2.8.
De rechtbank neemt bij de beoordeling van een verzoek om een eerdere ingangsdatum – en daarmee bij de beoordeling van de vraag of sprake is van aflossingen in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling – onder meer het volgende tot uitgangspunt: (1) aflossen is maximaal aflossen, (2) de hoogte van de aflossing wordt vastgesteld aan de hand van het vrij te laten bedrag (Vtlb) zoals berekend met de Vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is en (3) invulling van de inspanningsplicht zoals in de WSNP [1] :
a. Sollicitatieplicht die op dezelfde wijze wordt ingevuld als in de WSNP.
b. Controle op sollicitatieplicht op vergelijkbare wijze als in de WSNP.
c. Vrijstelling sollicitatieplicht die op vergelijkbare wijze wordt ingevuld als in de WSNP.
2.9.
Een eerdere ingangsdatum (een ingangsdatum vóór de dag van de WSNP-uitspraak) betekent dat vanaf die eerdere datum de WSNP-regeling met de daaraan verbonden WSNP-verplichtingen gaat gelden. Een van die WSNP-verplichtingen is de afdrachtplicht, die onder meer inhoudt dat maandelijks het verschil tussen de nettoinkomsten van een schuldenaar en het Vtlb aan de boedel moet worden afgedragen, ofwel – in termen van de wetgever – wordt afgelost. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus achtereenvolgend maandelijks sprake zijn geweest van aflossingen die ten minste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen de nettoinkomsten en het Vtlb.
2.10.
[verzoeker] heeft in de periode van augustus 2023 tot en met augustus 2024 uit zijn inkomsten een bedrag van € 809,00 gespaard. Dit bedrag is onderbouwd met onder meer Vtlbberekeningen voor de periode van augustus 2023 tot en met augustus 2024 en stukken die ten grondslag liggen aan die berekeningen. Aangezien voor september 2024 nog niet is afgelost, wordt met die maand geen rekening gehouden bij het bepalen van de eerdere ingangsdatum. Vanwege de inhoud van de stukken en het besprokene op de zitting, is de rechtbank van oordeel dat [verzoeker] gedurende dertien maanden maximaal heeft afgelost.
2.11.
Het voorgaande betekent dat de rechtbank bij het bepalen van een eerdere ingangsdatum zal uitgaan van dertien maanden, met dien verstande dat [verzoeker] nog voor achttien maanden het verschil tussen het opgebouwde netto vakantiegeld en het te behouden deel van dat vakantiegeld moet afdragen aan de boedel. Een en ander zoals berekend met de Vtlb-calculator.
2.12.
De rechtbank merkt ten slotte in dit verband nog op dat indien het bedrag van € 809,00 (vermeerderd met het nog af te dragen vakantiegeld) niet op korte termijn op de boedelrekening wordt gestort, een boedelachterstand ontstaat en dit tot gevolg kan hebben dat de WSNP-regeling wordt verlengd of zelfs voortijdig – zonder schone lei – kan worden beëindigd. Dit kan ook het geval zijn indien komt vast te staan dat vanaf de ingangsdatum andere WSNP-verplichtingen niet (correct) zijn nagekomen.
Duur van de WSNP
2.13.
In de uitspraak van vandaag wordt, zoals de wet voorschrijft, ook een bewindvoerder benoemd. De taak van de bewindvoerder is om, onder toezicht van de rechter-commissaris, erop toe te zien dat [verzoeker] de verplichtingen voortvloeiende uit de WSNP naleeft. De bewindvoerder heeft verdergaande (wettelijke) bevoegdheden dan de schuldhulpverlening. De taak van de bewindvoerder is voorts om de boedel van [verzoeker] te beheren en te vereffenen. De boedel omvat alles wat [verzoeker] nu heeft en wat hij tijdens de toepassing van de WSNP verkrijgt.
2.14.
In dit geval is de toepassing van de WSNP dertien maanden voor de uitspraak van vandaag ingegaan, namelijk op 17 augustus 2023. De rechtbank heeft daarbij vastgesteld dat [verzoeker] in die periode heeft voldaan aan de inspannings- en afdrachtverplichting.
2.15.
Binnen de WSNP heeft [verzoeker] ook andere verplichtingen, te weten de informatieverplichting en de verplichting om schuldeisers niet te benadelen. De rechtbank kan niet beoordelen in hoeverre aan die verplichtingen is voldaan. De bewindvoerder moet zoals voorgaand aangegeven, onder toezicht van de rechter-commissaris, erop toezien dat die verplichtingen worden nagekomen. Verder ontstaan sommige verplichtingen pas door het op [verzoeker] van toepassing verklaren van de WSNP. Dat betreft bijvoorbeeld de verplichting om tot de boedel behorende goederen af te staan. Dat brengt mee dat [verzoeker] in de voorgaande periode niet aan alle uit de WSNP voortvloeiende verplichtingen heeft kunnen voldoen. Om die reden zal de rechtbank de termijn van de WSNP verlengen met één maand, zodat de resterende periode van de WSNP vanaf de uitspraak van vandaag in totaal zes maanden bedraagt.
2.16.
Omdat [verzoeker] al wel gedurende dertien maanden heeft voldaan aan zijn inspannings- en afdrachtverplichting, is hij vanaf de datum van vandaag nog slechts gedurende vijf maanden verplicht zich in te spannen zoveel mogelijk inkomsten te verzamelen en zijn inkomsten boven het Vtlb af te dragen aan de boedel. Zoals onder 2.11. al is overwogen, moet [verzoeker] nog wel voor achttien maanden het verschil tussen het opgebouwde vakantiegeld en het te behouden deel van dat vakantiegeld afdragen aan de boedel. Dit vanwege het uitgangspunt van de wetgever dat de WSNP in beginsel achttien maanden duurt, en [verzoeker] op deze wijze gedurende achttien maanden aan beide verplichtingen heeft voldaan. Alle overige verplichtingen blijven gedurende de resterende duur van de WSNP bestaan. Voor de duidelijkheid merkt de rechtbank op dat alles wat [verzoeker] heeft en gedurende de resterende periode van de WSNP verkrijgt, in de boedel valt.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker],
geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] , [postcode 1] [woonplaats] ,
voormalig vennoot van de vennootschap onder firma [bedrijfsnaam] v.o.f.,
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer [KvK nummer] ,
gevestigd aan de [adres 2] , [postcode 2] [vestigingsplaats] ;
- stelt de termijn van deze regeling vast op negentien maanden, te rekenen vanaf
17 augustus 2023;
- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. L. Mundt en tot bewindvoerder:
M.A.T. Noordzij,
postbus 144, 2260 AC Leidschendam;
- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden, of zoveel eerder als de schuldsaneringsregeling eindigt, de post van [verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
- voor zover de boedel toereikend is;
- wijst af het meer of anders verzochte.
Dit is de beslissing van mr. L. Mundt, rechter, in samenwerking met C. Groesbeek, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 september 2024.

Voetnoten

1.Zie ook: Bijlage III (Landelijk uniforme beoordelingscriteria toelating schuldsaneringsregeling) bij het vanaf 1 juli 2023 geldende Landelijk procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken, onder 5.3.6.