ECLI:NL:RBDHA:2024:14631
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen plaatsing in Handhaving- en Toezichtlocatie en vrijheidsbeperkende maatregel van asielzoeker
Op 13 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij een asielzoeker, geboren op [geboortedatum] en van Syrische nationaliteit, in beroep ging tegen een plaatsingsbesluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) en een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het COa op 3 augustus 2024 besloot de eiser te plaatsen in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) te Hoogeveen, en dat de minister op 4 augustus 2024 een maatregel van beperking van de vrijheid heeft opgelegd op basis van artikel 56 van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen beide besluiten beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat de ROV-maatregel niet in de beoordeling kon worden betrokken omdat eiser hiertegen geen tijdig beroep had ingesteld. De rechtbank concludeerde dat het COa op goede gronden heeft besloten tot plaatsing in de HTL, gezien de ernstige incidenten die door eiser zijn veroorzaakt, waaronder geweld tegen beveiligers. Eiser's argumenten over zijn persoonlijke omstandigheden en de leefbaarheid in de HTL werden door de rechtbank niet gevolgd. De rechtbank verklaarde beide beroepen ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.