ECLI:NL:RBDHA:2024:14602
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag EU-verblijfsvergunning langdurig ingezetene en beoordeling van verblijfsrecht van tijdelijke aard
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een ‘EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen’. De minister heeft deze aanvraag met het besluit van 15 februari 2024 afgewezen. Met het bestreden besluit van 29 mei 2024 op het bezwaar van eiseres is de minister bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. De rechtbank heeft het beroep op 12 september 2024, samen met het verzoek om een voorlopige voorziening, op zitting behandeld. Eiseres en haar gemachtigde zijn, met kennisgeving, niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.
De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor een ‘EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen’ aan de hand van de beroepsgronden van eiseres. De rechtbank is van oordeel dat de minister de aanvraag van eiseres heeft kunnen afwijzen. De afwijzing is gebaseerd op het feit dat eiseres op het moment van de aanvraag niet minimaal vijf jaar zonder onderbreking in Nederland heeft gewoond op basis van een geldige verblijfsvergunning regulier voor een niet-tijdelijk verblijfsdoel. Eiseres had een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, wat een verblijfsrecht van tijdelijke aard is. Eiseres heeft de juistheid van deze afwijzingsgrond niet gemotiveerd betwist, waardoor deze beroepsgrond niet slaagt.
Eiseres stelt verder dat de minister ten onrechte geen belangenafweging heeft gemaakt met betrekking tot haar familie-, gezins- en privéleven in de zin van artikel 8 van het EVRM. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft overwogen dat eiseres haar gestelde relatie niet heeft aangetoond, waardoor een belangenafweging niet aan de orde is. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.