ECLI:NL:RBDHA:2024:14474

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 september 2024
Publicatiedatum
11 september 2024
Zaaknummer
22/4687
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling zorgprofiel VV06 versus VV08 in het kader van de Wet langdurige zorg

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 5 september 2024, wordt de vaststelling van het zorgprofiel voor eiseres besproken. Eiseres, geboren in 1958 en woonachtig in een gelijkvloerse benedenwoning, heeft te maken met diverse medische aandoeningen, waaronder nierfalen, waarvoor zij driemaal per week dialyse ondergaat. In 2021 heeft het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) vastgesteld dat zij recht heeft op zorg behorende bij zorgprofiel VV06, wat betreft beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging. Eiseres is het niet eens met deze vaststelling en heeft bezwaar gemaakt, waarbij zij stelt dat zorgprofiel VV08, dat zeer intensieve zorg biedt, beter bij haar situatie past.

De rechtbank behandelt het beroep van eiseres tegen het besluit van het CIZ, dat haar bezwaar ongegrond verklaarde. Eiseres voert aan dat zij dagelijks verpleegkundige zorg ontvangt en dat de zorgprofielen niet vereisen dat er continu behoefte moet zijn aan specialistische zorg. De rechtbank oordeelt dat het CIZ zorgvuldig heeft gemotiveerd waarom zorgprofiel VV06 het best passend is. Het CIZ heeft de zorgprofielen VV06 en VV08 met elkaar vergeleken en geconcludeerd dat VV06 overwegend het best aansluit bij de zorgbehoeften van eiseres. De rechtbank ziet geen reden om de motivering van het CIZ als ondeugdelijk te beschouwen en verklaart het beroep ongegrond. Dit betekent dat de vaststelling van zorgprofiel VV06 in stand blijft, en eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van zorgprofielen en de noodzaak voor medische onderbouwing bij aanvragen voor zorg. Eiseres kan in hoger beroep gaan tegen deze uitspraak, indien zij het daar niet mee eens is.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/4687

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 september 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. N.M. Fakiri),
en

het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), verweerder

(gemachtigde: mr. L.M.R. Kater).

Inleiding

1.1.
Deze uitspraak gaat over de vaststelling van het zorgprofiel dat het best past bij eiseres voor haar recht op zorg.
1.2.
Bij indicatiebesluit van 15 oktober 2021 heeft het CIZ vastgesteld dat eiseres recht heeft op zorg behorende bij zorgprofiel VV06. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dat besluit. Bij besluit van 13 juli 2022 heeft het CIZ dat bezwaar ongegrond verklaard.
1.3.
Eiseres heeft bij de rechtbank beroep ingesteld tegen het besluit op bezwaar.
1.4.
Het CIZ heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.5.
De rechtbank heeft eiseres schriftelijk vragen gesteld, waarop eiseres schriftelijk heeft gereageerd.
1.6.
De rechtbank heeft het beroep op 16 augustus 2024 op zitting behandeld. Hieraan heeft mr. Z. Eker, kantoorgenoot van de gemachtigde van eiseres, deelgenomen.
1.7.
Met deze uitspraak beslist de rechtbank op het beroep.

Beoordeling van het beroep

Achtergrond
2. Eiseres is geboren in 1958. Zij woont in een gelijkvloerse benedenwoning. In verband met nierfalen ondergaat zij driemaal per week een dialyse in het ziekenhuis. Haar onderbenen en middelvingers zijn geamputeerd. Zij heeft suikerziekte, sarcoïdose, een hartritmestoornis en angst- en somberheidsklachten.
Eerdere procedure
3. Begin 2020 heeft eiseres bij het CIZ een aanvraag om zorg op grond van de Wet langdurige zorg ingediend. Naar aanleiding daarvan heeft het CIZ bij indicatiebesluit van
17 juli 2020 vastgesteld dat eiseres recht heeft op zorg behorende bij zorgprofiel VV06. Dat zorgprofiel betreft beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het indicatiebesluit van 17 juli 2020, omdat zij het niet eens is met het vastgestelde zorgprofiel. Volgens haar past zorgprofiel VV08 het best bij haar. Dat zorgprofiel betreft beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op verzorging of verpleging. Bij besluit van
19 november 2020 heeft het CIZ het bezwaar tegen het indicatiebesluit van 17 juli 2020 ongegrond verklaard. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dat besluit op bezwaar. Bij uitspraak van 7 september 2022 [1] heeft de rechtbank dat beroep ongegrond verklaard. De rechtbank heeft daarbij overwogen dat het CIZ inzichtelijk en overtuigend heeft gemotiveerd waarom zorgprofiel VV06 het best passend is en dat eiseres geen medische informatie heeft ingebracht waaruit blijkt dat zij meer zorg nodig heeft. Tegen de uitspraak van 7 september 2022 is geen hoger beroep ingesteld.
Huidige procedure
4. Op 27 juli 2021 heeft eiseres een nieuwe aanvraag ingediend en daarbij het CIZ opnieuw verzocht om zorgprofiel VV08 als het best passende zorgprofiel vast te stellen. Naar aanleiding daarvan heeft het CIZ het indicatiebesluit van 15 oktober 2021 genomen. In verband met het daartegen gemaakte bezwaar heeft het CIZ advies gevraagd aan een arts die als medisch adviseur aan het CIZ is verbonden. De arts heeft de in het zaaksdossier opgenomen medische informatie betreffende eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat er geen sprake is van cumulatieve zorg waarvoor gespecialiseerde verpleegkundige kennis en kunde of supervisie noodzakelijk is. Op grond van het advies van de arts heeft het CIZ bij het besluit van 13 juli 2022 het standpunt ingenomen dat VV06 het best passende zorgprofiel is.
Waarom is eiseres het niet eens met het besluit van 13 juli 2022?
5. Eiseres betoogt dat het CIZ ten onrechte niet zorgprofiel VV08 als het best passende zorgprofiel heeft vastgesteld. Zij voert daartoe aan dat zij dagelijks verpleegkundige zorg ontvangt. Uit de wet volgt niet dat er bij zorgprofiel VV08 continu of dagelijks behoefte moet zijn aan specialistische zorg. De zorg die onder dat zorgprofiel valt, is bovendien gericht op het voorkomen van een bepaalde problematiek, zodat niet vereist is dat die problematiek al bestaat, aldus eiseres. Daarnaast wijst eiseres erop dat de verpleegkundige die namens haar de aanvraag van 27 juli 2021 heeft ingediend, daarbij heeft verklaard dat haar zorgsituatie achteruit is gegaan. Het onderzoek dat het CIZ naar aanleiding daarvan heeft ingesteld, is niet beoordeeld in de rechtbankuitspraak van 7 september 2022, aldus eiseres. Op de zitting heeft eiseres nog aangevoerd dat de CIZ-arts haar persoonlijk had moeten onderzoeken, omdat in het advies van de CIZ-arts is vermeld dat zij in verband met haar psychische klanten naar een psycholoog is verwezen, maar dat nog geen behandeling bij een psycholoog heeft plaatsgevonden.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
6.1.
De rechtbank is van oordeel dat het CIZ het standpunt mocht innemen dat zorgprofiel VV06 het best past bij eiseres. De rechtbank baseert dit oordeel op de volgende overwegingen.
6.2.
Op grond van artikel 3.1.1, eerste lid, van het Besluit langdurige zorg heeft de verzekerde die is aangewezen op zorg, recht op samenhangende zorg behorende bij het bij de verzekerde best passende zorgprofiel. Op grond van deze bepaling worden bij ministeriële regeling zorgprofielen vastgesteld. Op grond van artikel 2.1 van de Regeling langdurige zorg zijn de zorgprofielen opgenomen in bijlage A bij deze regeling.
6.3.
In het besluit van 13 juli 2022 heeft het CIZ zorgprofielen VV06 en VV08 met elkaar vergeleken en per onderdeel gemotiveerd welk profiel het best past bij eiseres. Daarbij heeft het CIZ zich gebaseerd op het advies van de CIZ-arts. Het CIZ heeft geconcludeerd dat op zes onderdelen zorgprofiel VV06 het best passend is, dat op twee onderdelen beide zorgprofielen passend zijn en dat op één onderdeel zorgprofiel VV08 het best passend is. Dat laatste onderdeel betreft het feit dat het beperkingenbeeld van eiseres niet snel maar langzaam verandert. Gelet op de profielvergelijking, is het CIZ tot de eindconclusie gekomen dat zorgprofiel VV06 overwegend het best passende zorgprofiel is, zodat daarmee in de zorgbehoefte van eiseres kan worden voorzien.
6.4.
De rechtbank ziet in de beroepsgronden geen reden om de voorbereiding van het besluit van 13 juli 2022 onzorgvuldig te achten of om de motivering van dat besluit ondeugdelijk te achten. Een zorgprofiel is een typering van zorgbehoeften en beperkingen en veronderstelt dus het bestaan van een medische problematiek. Uit de beschrijving van zorgprofielen VV06 en VV08 in bijlage A bij de Regeling langdurige zorg volgt dat bij beide profielen de cliënt continu behoefte heeft aan verpleegkundige aandacht, maar dat bij zorgprofiel VV08 het moet gaan om veel gespecialiseerde verpleegkundige aandacht ten gevolge van specifieke aandoeningen of ziektes. In het besluit van 13 juli 2022 heeft het CIZ inzichtelijk toegelicht waarom dat laatste hier niet het geval is. Met de dialyse is er weliswaar sprake van specialistische zorg, maar deze vindt in het ziekenhuis plaats. Daarnaast is er sprake van bloedsuikercontrole, medicatietoediening en preventie van doorligwonden, maar die zorg valt niet onder complexe verpleegkundige handelingen. De in de aangeleverde medische informatie vermelde black-outs zijn niet te objectiveren vanuit die informatie en als er wel sprake zou zijn van wegrakingen, dan vallen deze niet onder gespecialiseerde medische zorg, aldus het besluit van 13 juli 2022. De door de verpleegkundige gestelde achteruitgang van de zorgsituatie van eiseres is betrokken in het advies van de CIZ-arts en doet daarom op zichzelf niet af aan dat advies. In dat advies zijn bovendien de psychische klachten van eiseres betrokken, waarbij is geconstateerd dat geen stoornis door middel van een psychiatrische diagnose is vastgesteld. Gelet hierop, ziet de rechtbank in de psychische klachten geen grond voor twijfel aan de conclusie van de
CIZ-arts dat de verstrekte, uitvoerige medische informatie over haar afdoende was om een medisch advies te kunnen geven. De rechtbank stelt ten slotte vast dat eiseres de door het CIZ gemaakte profielvergelijking verder niet heeft bestreden.

Conclusie en gevolgen

7.1.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de vaststelling van zorgprofiel VV06 voor eiseres in stand blijft.
7.2.
Omdat het beroep ongegrond is, krijgt eiseres het griffierecht niet terug en krijgt zij geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. J. de Vries, rechter, in aanwezigheid van
mr.F. Leichel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 5 september 2024.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.