ECLI:NL:RBDHA:2024:14456
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen maatregel van bewaring en verzoek om schadevergoeding in vreemdelingenrechtelijke context
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 11 september 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De maatregel van bewaring was op 19 november 2023 opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft, heeft tegen het voortduren van deze maatregel beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op 15 augustus 2024 is opgeheven, waardoor de beoordeling zich beperkte tot de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding voor de periode waarin de maatregel onrechtmatig zou zijn geweest.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder rechtmatig was, zoals blijkt uit een eerdere uitspraak van 31 juli 2024. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen aanknopingspunten zijn voor het oordeel dat de maatregel van bewaring in de periode tot de opheffing onrechtmatig was. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat de belangenafweging niet inzichtelijk was en dat de bewaring te lang heeft geduurd. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.