ECLI:NL:RBDHA:2024:14455
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep tegen maatregel van vreemdelingenbewaring na strafrechtelijke detentie
Op 11 september 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortduren van een maatregel van vreemdelingenbewaring. Eiser, een Ghanese vreemdeling, had beroep ingesteld tegen de maatregel die op 27 maart 2024 door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd. Eiser verzocht om schadevergoeding en stelde dat hij al lange tijd in bewaring zat, aangezien zijn vreemdelingenrechtelijke bewaring volgde op een eerdere strafrechtelijke detentie. De rechtbank heeft bepaald dat er geen zitting nodig was en het onderzoek op 9 september 2024 is gesloten.
De rechtbank overwoog dat de maatregel van bewaring eerder was getoetst en rechtmatig was bevonden tot het sluiten van het vorige onderzoek op 28 juni 2024. De rechtbank concludeerde dat de huidige maatregel van bewaring rechtmatig was, omdat er geen concrete aanknopingspunten waren dat er geen zicht op uitzetting was. Eiser had geen bewijs geleverd dat de Ghanese autoriteiten geen laissez-passer (LP) zouden afgeven. De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende voortvarend handelde in de uitzetting van eiser, aangezien er meerdere keren was gerappelleerd op de LP-aanvraag en er vertrekgesprekken hadden plaatsgevonden. Eiser werd verweten dat hij geen medewerking verleende aan zijn terugkeer.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.