In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen het besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) tot overplaatsing naar een opvang voor meerderjarigen. Verzoeker, die stelt minderjarig te zijn, heeft tegen het besluit van 15 augustus 2024 beroep ingesteld en verzocht om gedurende de beroepsprocedure als minderjarige te worden aangemerkt. De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting vanwege de onverwijlde spoed van de zaak.
De voorzieningenrechter overweegt dat het COa in beginsel mag uitgaan van de leeftijdsbepaling door de minister, tenzij er concrete aanknopingspunten zijn om hieraan te twijfelen. Verzoeker heeft echter betoogd dat hij concrete aanknopingspunten heeft aangedragen die twijfels oproepen over zijn gewijzigde geboortedatum. De voorzieningenrechter wijst erop dat de belangenafweging in het voordeel van verzoeker valt, aangezien hij mogelijk in zijn belangen wordt geschaad door opvang in een locatie voor meerderjarigen.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe, wat betekent dat het COa verzoeker niet mag overplaatsen naar de meerderjarigenopvang en hem moet terugplaatsen naar een opvanglocatie voor minderjarigen. Tevens wordt het COa veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 875,-. Deze uitspraak is gedaan op 28 augustus 2024 en is openbaar uitgesproken.