ECLI:NL:RBDHA:2024:14192
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugkeerbesluit niet ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 augustus 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een terugkeerbesluit dat aan eiser was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die van Marokkaanse nationaliteit is, heeft op 25 juli 2024 beroep ingesteld tegen het besluit dat op 18 november 2023 was genomen. Tijdens de zitting op 5 augustus 2024, waar eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde mr. M. Terpstra, heeft de rechtbank het beroep behandeld. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde S.H.F. Pols, en er was een tolk aanwezig, A. Tribak.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het bestreden besluit in rechte vaststaat, ondanks de bewering van eiser dat het besluit niet aan hem was uitgereikt. De rechtbank oordeelt dat er geen reden is om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van het ambtsedig opgemaakte stuk dat aantoont dat een afschrift van het besluit aan eiser is uitgereikt. Bovendien is er geen beroep ingesteld tegen het terugkeerbesluit binnen de gestelde termijn, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door rechter mr. N.M. Spelt, in aanwezigheid van griffier mr. R.A. Oelen. Tegen deze uitspraak kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.