ECLI:NL:RBDHA:2024:14161
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vreemdelingenwet 2000
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie van 17 januari 2024, waarin de minister heeft besloten dat eiseres niet in aanmerking komt voor uitstel van vertrek op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R. Roelofsen, heeft aanvullende medische stukken ingediend en de minister heeft gereageerd met een verweerschrift. De rechtbank heeft de zaak op 16 juli 2024 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister op 20 december 2021 de asielaanvraag van eiseres heeft afgewezen, maar uitstel van vertrek heeft verleend in afwachting van een beoordeling op basis van artikel 64 Vw 2000. De minister heeft op basis van medisch advies van het Bureau Medische Advisering (BMA) besloten dat eiseres geen uitstel van vertrek kan krijgen. De rechtbank heeft de medische adviezen van het BMA beoordeeld en geconcludeerd dat deze zorgvuldig tot stand zijn gekomen en dat er geen concrete twijfel is gerezen over de juistheid ervan.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de minister niet verplicht was om eiseres uitstel van vertrek te verlenen. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na verzending.