ECLI:NL:RBDHA:2024:1414

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 januari 2024
Publicatiedatum
8 februari 2024
Zaaknummer
C/09/649945 / HA ZA 23-578
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale bevoegdheid en incidenten in erfrechtzaak over nalatenschap in Suriname

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, gaat het om een erfrechtelijke kwestie met internationale aspecten, waarbij de eiseres, New Natural Mining B.V., een vordering heeft ingesteld met betrekking tot de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap van [naam 2] en [naam 3], die in Suriname zijn overleden. De rechtbank heeft op 31 januari 2024 een tussenuitspraak gedaan waarin verschillende incidenten zijn behandeld, waaronder een incident tot tussenkomst en incidenten tot zekerheidstelling voor proceskosten. De eiseres in het incident tot tussenkomst, wonende in Curaçao, heeft aangevoerd dat zij mede-erfgenaam is van de nalatenschap van haar overleden vader, die een kleinkind was van de betrokkenen in de hoofdzaak. De rechtbank heeft haar verzoek tot tussenkomst toegewezen, omdat de uitkomst van de hoofdzaak gevolgen heeft voor haar rechten als deelgenoot in de nalatenschappen.

Daarnaast hebben gedaagden in vier afzonderlijke incidenten zekerheidstelling voor hun proceskosten gevorderd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiseres, New Natural Mining, niet verplicht is om zekerheid te stellen, omdat de vorderingen in Suriname ten uitvoer kunnen worden gelegd. De rechtbank heeft de incidenten tot zekerheidstelling afgewezen en New Natural Mining veroordeeld in de proceskosten van het incident tot tussenkomst. De hoofdzaak is verwezen naar een rolzitting voor verdere stappen, waarbij New Natural Mining de overige deelgenoten moet betrekken in de procedure. De rechtbank heeft benadrukt dat het van belang is dat alle betrokken partijen in het geding worden geroepen, gezien de processueel ondeelbare rechtsverhouding.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team Handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/649945 / HA ZA 23-578
Vonnis in incidenten van 31 januari 2024
in de zaak van
NEW NATURAL MINING B.V.te Paramaribo , Suriname,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in de incidenten,
advocaat mr. M.D. Winter te Den Haag,
tegen
[eiseres i.h. incident tot tussenkomst]te [plaats 1] , Curacao,
eiseres in het incident tot tussenkomst,
advocaat mr. W.J.G. Schröder te Rotterdam,
en

1.[gedaagde 1] te [plaats 2] ,

gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident tot tussenkomst,
eiseres in het eerste incident tot zekerheidstelling voor de proceskosten,
advocaat mr. A.C. de Bakker te Hendrik-Ido-Ambacht ,
2.
[gedaagde 2]te [plaats 3] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident tot tussenkomst,
eiseres in het eerste incident tot zekerheidstelling voor de proceskosten,
advocaat mr. A.C. de Bakker te Hendrik-Ido-Ambacht ,
3.
[gedaagde 3]te Duitsland,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerder in het incident tot tussenkomst,
eiser in het eerste incident tot zekerheidstelling voor de proceskosten,
advocaat mr. A.C. de Bakker te Hendrik-Ido-Ambacht ,
4.
[gedaagde 4]te [plaats 4] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident tot tussenkomst,
eiseres in het vierde incident tot zekerheidstelling voor de proceskosten,
advocaat mr. R.N. Baldew te Den Haag,
5.
[gedaagde 5]te [plaats 5] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident tot tussenkomst,
eiseres in het eerste incident tot zekerheidstelling voor de proceskosten,
advocaat mr. A.C. de Bakker te Hendrik-Ido-Ambacht ,
6.
[gedaagde 6]te [plaats 5] , in hoedanigheid van enig erfgenaam van
[naam 1],
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerder in het incident tot tussenkomst,
eiser in het tweede incident tot zekerheidstelling voor de proceskosten,
advocaat mr. B. Schelvis-Neuteboom te Leiden,
7.
[gedaagde 7]te [plaats 6] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident tot tussenkomst,
eiseres in het derde incident tot zekerheidstelling voor de proceskosten,
advocaat mr. M.V. Vermeij te Alkmaar,
8.
[gedaagde 8]te [plaats 7] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident tot tussenkomst,
eiseres in het derde incident tot zekerheidstelling voor de proceskosten,
advocaat mr. M.V. Vermeij te Alkmaar,
9.
[gedaagde 9], waarvan de woon- en verblijfplaats onbekend is,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerder in het incident tot tussenkomst,
eiser in het derde incident tot zekerheidstelling voor de proceskosten,
advocaat mr. M.V. Vermeij te Alkmaar,
10.
[gedaagde 10]te [plaats 8] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident tot tussenkomst,
eiseres in het derde incident tot zekerheidstelling voor de proceskosten,
advocaat mr. M.V. Vermeij te Alkmaar,
11.
[gedaagde 11]te [plaats 8] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident tot tussenkomst,
eiseres in het eerste incident tot zekerheidstelling voor de proceskosten,
advocaat mr. A.C. de Bakker te Hendrik-Ido-Ambacht ,
12.
[gedaagde 12]te [plaats 9] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident tot tussenkomst,
eiseres in het eerste incident tot zekerheidstelling voor de proceskosten,
advocaat mr. A.C. de Bakker te Hendrik-Ido-Ambacht

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis van 1 november 2023 en de daarin genoemde stukken;
  • de akte uitlaten van eiseres in het incident tot tussenkomst;
  • de akte houdende incidentele vordering tot zekerheidstelling voor de proceskosten van gedaagden 1 tot en met 3, 5, 11 en 12
  • de conclusie van antwoord in het incident tot tussenkomst van gedaagde 6;
  • de akte houdende incidentele vordering tot zekerheidstelling voor de proceskosten van gedaagde 6;
  • de akte houdende incidentele vordering tot zekerheidstelling voor de proceskosten tevens conclusie van antwoord in het incident tot tussenkomst van gedaagden 7 tot en met 10;
  • de akte houdende referte in het incident tot tussenkomst van gedaagden 1 tot en met 3, 5, 11 en 12;
  • de akte houdende incidentele vordering tot zekerheidstelling voor de proceskosten tevens conclusie van antwoord in het incident tot tussenkomst van gedaagde 4;
  • de antwoordakte van eiseres op de incidentele vordering van gedaagden 1 tot en met 3, 5, 11 en 12 tot zekerheidstelling voor de proceskosten van eiseres.
1.2.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald in de incidenten.

2.De vordering in de hoofdzaak

2.1.
In de hoofdzaak vordert New Natural Mining :
gedaagden te veroordelen om met New Natural Mining over te gaan tot scheiding en deling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap van [naam 2] (hierna: [naam 2] ) en [naam 3] (hierna: [naam 3] ) en daartoe aan New Natural Mining over te dragen het aandeel van gedaagden in die ontbonden huwelijksgoederengemeenschap tegen de door New Natural Mining aangeboden (koop)prijs dan wel tegen een door de rechtbank vast te stellen prijs;
te bepalen dat, als gedaagden weigeren te voldoen aan het onder a. gevorderde, het te wijzen vonnis in de plaats komt van de medewerking van gedaagden;
een en ander met veroordeling van gedaagden in de proceskosten.
2.2.
Aan haar vordering legt New Natural Mining het volgende ten grondslag. [naam 2] en [naam 3] zijn te Suriname met elkaar gehuwd op [huw.dd.] 1922. Zij zijn de ouders van vier kinderen, waarvan één kind op één-jarige leeftijd is overleden. Op 1 maart 1952 is [naam 2] te Suriname overleden, waardoor het huwelijk tussen hem en [naam 3] is ontbonden. Zijn erfgenamen zijn [naam 3] en hun drie op dat moment in leven zijnde kinderen. [naam 3] is op 11 februari 1978 te Suriname overleden. Haar erfgenamen zijn de drie op dat moment in leven zijnde kinderen. De huwelijksgoederengemeenschap van [naam 2] en [naam 3] is nooit verdeeld. Ook zijn de nalatenschappen van [naam 2] en [naam 3] niet verdeeld en afgewikkeld. Inmiddels zijn voornoemde drie kinderen van [naam 2] en [naam 3] overleden, zodat hun kinderen (hierna de kleinkinderen) deelgenoot zijn in de nalatenschappen. Ook hebben aanverwanten van de kleinkinderen aanspraak op een deel van de nalatenschap(pen). Omdat een aantal (aanverwanten van) kleinkinderen inmiddels is overleden, zijn ook erfgenamen van die kleinkinderen deelgenoot in de nalatenschappen dan wel hebben de erfgenamen van de aanverwanten van kleinkinderen een aanspraak op een deel van de nalatenschap.
2.3.
Een aantal van de deelgenoten en aanverwanten heeft het (onverdeelde) aandeel in de huwelijksgoederengemeenschap van [naam 2] en [naam 3] en/of in de nalatenschappen van [naam 2] en/of [naam 3] overgedragen aan New Natural Mining . New Natural Mining wenst te komen tot een algehele scheiding en deling van een en ander.

3.Het geschil in de incidenten

Het incident tot tussenkomst

3.1.
[eiseres i.h. incident tot tussenkomst] , wonende te [plaats 1] , Curaçao, vordert dat haar wordt toegestaan tussen te komen in deze procedure en haar een termijn te geven voor het nemen van een conclusie van antwoord in de hoofdzaak.
3.2.
[eiseres i.h. incident tot tussenkomst] voert daartoe het volgende aan. Zij is de zus van gedaagde sub 6 en van [naam 4] . Zij drieën zijn erfgenaam van hun op 28 februari 2018 overleden vader [naam 1] , die een kleinkind was van [naam 2] en [naam 3] . De stelling in de dagvaarding dat gedaagde sub 6 enig erfgenaam is in de nalatenschap van [naam 1] is dus niet juist. Dat betekent dat [eiseres i.h. incident tot tussenkomst] deelgenoot is in de onverdeelde nalatenschappen van [naam 2] en [naam 3] . Zij wenst zich op eigen titel te verweren tegen de ingestelde vorderingen en eventueel een eigen vordering in reconventie in te stellen.
3.3.
New Natural Mining en alle gedaagden hebben zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, voor wat betreft gedaagde sub 6 kosten rechtens en gedaagden sub 4 en sub 7 tot en met 10 met veroordeling van [eiseres i.h. incident tot tussenkomst] in de kosten van het incident dan wel onder compensatie van de proceskosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
De incidenten tot zekerheidstelling voor de proceskosten
3.5.
Gedaagden vorderen voor alle weren in vier afzonderlijke incidenten New Natural Mining te veroordelen tot het stellen van zekerheid voor hun proceskosten die New Natural Mining mogelijk zal moeten vergoeden aan het eind van de door overmaking van telkens € 20.000 op de derdengeldenrekening van (i) de advocaat van gedaagden sub 1 tot en met 3, 5, 11 en 12, (ii) de advocaat van gedaagde sub 6, (iii) de advocaat van gedaagden sub 7 tot en met 10 en (iv) het door gedaagde sub 4 genoemde deurwaarderskantoor, dan wel door New Natural Mining te veroordelen tot het stellen van een door de rechtbank te bepalen zekerheid.
3.6.
Gedaagden voeren daartoe het volgende aan. New Natural Mining is een rechtspersoon naar Surinaams recht, die is gevestigd in Suriname. Tussen New Natural Mining en gedaagden ontbreekt een familie- of bloedband, zodat er geen grond lijkt te zijn voor compensatie van de proceskosten. Gedaagden sub 1 tot en met 3, 5, 11 en 12 kondigen daarbij nog aan in de hoofdzaak een veroordeling van New Natural Mining in de werkelijke proceskosten te gaan vorderen, omdat het voeren van verweer bemoeilijkt is door de keuze van New Natural Mining om in Nederland te procederen in plaats van in Suriname, terwijl die keuze door New Natural Mining niet wordt toegelicht. Gedaagden begroten de proceskosten op een bedrag van € 20.000,- inclusief btw.
3.7.
New Natural Mining heeft verweer gevoerd in het door gedaagden sub 1 tot en met 3, 5, 11 en 12 ingestelde incident tot zekerheidstelling voor de proceskosten. Door overname van de aandelen van diverse erfgenamen in de huwelijksgoederengemeenschap van [naam 2] en [naam 3] en/of in de nalatenschappen van [naam 2] en/of [naam 3] stelt New Natural Mining inmiddels ook mede-erfgenaam te zijn ten opzichte van gedaagden. Zij moet dus voor wat betreft de proceskosten worden behandeld zoals gebruikelijk is in familierechtelijke kwesties, waarbij partijen hun eigen kosten dragen. De incidentele vordering moet daarom volgens haar niet-ontvankelijk worden verklaard althans worden afgewezen.
3.8.
Voor zover dit anders zou zijn, merkt New Natural Mining op dat het bedrag van € 20.000,- niet is onderbouwd en dat de vordering om die reden moet worden afgewezen. Er is volgens haar geen sprake van een ingewikkelde internationale kwestie, waarvoor bijzondere kennis of bekwaamheid nodig is. Tot slot wijst New Natural Mining er op dat een aantal gedaagden op basis van gefinancierde rechtsbijstand procedeert, zodat zekerheidstelling tot het gevorderde bedrag volgens haar niet is gerechtvaardigd.
3.9.
Subsidiair stelt New Natural Mining dat als de rechtbank de vordering toewijst het bedrag moet worden gesteld op totaal € 5.000,-, zodat hieruit eventueel betaalde griffierechten kunnen worden vergoed.
3.10.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Internationale bevoegdheid

4.1.
Omdat [naam 2] en [naam 3] in Suriname met elkaar zijn gehuwd, zij in Suriname zijn overleden, de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap en de nalatenschappen onroerende goederen in Suriname bevatten en omdat gedaagde sub 3 in Duitsland woont, is er sprake van een zaak met internationale aspecten. Dit betekent dat beoordeeld moet worden of de rechtbank de bevoegdheid toekomt om de ingestelde vorderingen te beoordelen.
4.2.
Daarbij stelt de rechtbank voorop dat de vordering – naar haar voorlopig oordeel – in de kern gaat om een afwikkeling van de nalatenschappen van [naam 2] en [naam 3] . Daarvan maakt de in de vordering genoemde verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap weliswaar deel uit, maar de rechtsgrond van de vordering op deze gedaagden is gelegen in het erfrecht.
4.3.
De bevoegdheidsregels van de Europese Erfrechtverordening zijn niet van toepassing. Die verordening is namelijk uitsluitend van toepassing op de erfopvolging van personen die overlijden op of na 17 augustus 2015 en [naam 2] en [naam 3] zijn vóór die datum overleden. De bevoegdheid moet dus worden bepaald aan de hand van het commune internationaal bevoegdheidsrecht in artikel 1 tot en met 14 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).
4.4.
Op grond van artikel 2 Rv heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht ten aanzien van gedaagden 1, 2, 4 tot en met 8 en 10, 11 en 12, omdat die gedaagden in Nederland hun woonplaats hebben. Ten aanzien van gedaagden 3, 9 en – gelet op hetgeen hierna wordt overwogen ten aanzien van het incident tot tussenkomst – [eiseres i.h. incident tot tussenkomst] heeft de Nederlandse rechter op grond van artikel 7 lid 1 Rv rechtsmacht. Er is – zoals in het vonnis van 1 november 2023 is overwogen – namelijk sprake van een processueel ondeelbare rechtsverhouding omdat de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap van [naam 2] en [naam 3] gevolgen heeft voor de deelgerechtigden in de nalatenschappen van [naam 2] en [naam 3] .
Het incident tot tussenkomst
4.5.
Gedaagden zijn gedagvaard tegen de rolzitting van 5 juli 2023. Op die datum heeft [eiseres i.h. incident tot tussenkomst] haar incidentele vordering tot tussenkomst ingesteld. Er is daarom voldaan aan artikel 218 Rv, waarin is bepaald dat de vordering tot tussenkomst wordt ingesteld bij incidentele conclusie vóór of op de roldatum waarop de laatste conclusie in het aanhangige geding wordt genomen.
4.6.
[eiseres i.h. incident tot tussenkomst] heeft onweersproken gesteld dat zij mede-erfgenaam is in de nalatenschap van [naam 1] , die een kleinkind is van [naam 2] en [naam 3] , en dat zij daarom deelgenoot is in de nalatenschappen van [naam 2] en [naam 3] . Ook heeft zij aangekondigd eventueel een vordering in reconventie te willen instellen. Het belang van [eiseres i.h. incident tot tussenkomst] bij het tussen New Natural Mining en gedaagden aanhangige geding over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap van [naam 2] en [naam 3] staat daarmee vast, aangezien de uitkomst daarvan gevolgen heeft voor de deelgerechtigden in de nalatenschappen van [naam 2] en [naam 3] . De vordering tot tussenkomst van [eiseres i.h. incident tot tussenkomst] zal dus worden toegewezen.
4.7.
Omdat de hoofdzaak een processueel ondeelbare rechtsverhouding betreft, lag het op de weg van New Natural Mining om alle deelgenoten in de procedure te betrekken. New Natural Mining zal daarom in de proceskosten van het incident worden veroordeeld, omdat de kosten nodeloos door haar zijn veroorzaakt. Deze worden aan de zijde van gedaagden begroot op nihil. Aan de zijde van [eiseres i.h. incident tot tussenkomst] worden de proceskosten begroot op:
  • salaris advocaat € 598,00 (één punt x tarief II)
  • nakosten
totaal € 771,00.
De incidenten tot zekerheidstelling voor de proceskosten
4.8.
Alhoewel New Natural Mining formeel nog geen verweer heeft gevoerd in de incidenten tot zekerheidstelling voor de proceskosten van gedaagden sub 4, 6 en 7 tot en met 10, stelt de rechtbank vast dat die incidenten dezelfde grondslag hebben als het door gedaagden sub 1 tot en met 3, 5, 11 en 12 ingestelde incident. De rechtbank zal daarom het door New Natural Mining in laatstgenoemd incident gevoerde verweer ook betrekken in de beoordeling van de andere drie incidenten tot zekerheidstelling voor de proceskosten.
4.9.
Op grond van het bepaalde in artikel 224 lid 1 Rv is een partij zonder woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland die bij een Nederlandse rechter een vordering instelt verplicht op vordering van de wederpartij zekerheid te stellen voor de proceskosten tot betaling waarvan zij zou kunnen worden veroordeeld. Op grond van het bepaalde in lid 2 onder b van artikel 224 Rv bestaat die verplichting niet indien een veroordeling tot betaling van de proceskosten op grond van een verdrag ten uitvoer zal kunnen worden gelegd ter plaatse waar degene van wie zekerheid gevorderd wordt, zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft.
4.10.
Op grond van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname betreffende de wederzijdse erkenning en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en authentieke akten in burgerlijke zaken van 27 augustus 1976 (Trb. 1976, 144) kan een eventuele veroordeling van New Natural Mining tot betaling van proceskosten ten uitvoer worden gelegd in Suriname. Hier doet zich dus de hiervoor genoemde uitzondering op de verplichting tot zekerheidstelling voor, zodat de incidentele vorderingen zullen worden afgewezen.
4.11.
Gedaagden sub 1 tot en met 12 zullen als de in het ongelijk gestelde partijen in de incidenten tot zekerheidstelling in de proceskosten van New Natural Mining worden veroordeeld, waarbij de eisers van elk van de vier incidenten een kwart van de totale kosten aan New Natural Mining moeten betalen en eisers die gezamenlijk een incident hebben ingesteld hoofdelijk zullen worden veroordeeld tot betaling van de voor hun rekening komende kosten. De totale kosten worden aan de zijde van New Natural Mining begroot op:
  • salaris advocaat € 598,00 (één punt x tarief II)
  • nakosten
totaal € 771,00.
De hoofdzaak
4.12.
De rechtbank herhaalt dat er sprake is van een processueel ondeelbare rechtsverhouding, zodat alle bij de rechtsverhouding betrokken partijen in het geding moeten worden geroepen. Het ligt dus op de weg van New Natural Mining om de overige deelgenoten waarmee zij geen koopovereenkomst ten aanzien van de deelgerechtigdheid heeft gesloten alsnog in de procedure te betrekken, waaronder naar de rechtbank begrijpt in ieder geval:
[naam 4] als erfgenaam van [naam 1] ; en
de erfgenaam/erfgenamen van:
(i) [naam 5] ;
(ii) [naam 6] ; en
(iii) [naam 7] .
4.13.
De als productie 2 bij dagvaarding overgelegde rectificatie van de verklaring van erfrecht lijkt niet volledig te zijn overgelegd, nu deze midden in een zin op pagina 12 eindigt. De rechtbank zal New Natural Mining daarom ook in de gelegenheid stellen om de volledige rectificatie van de verklaring van erfrecht in het geding te brengen.
4.14.
Mede gelet op het uitstelverzoek van New Natural Mining (voor de rolzitting van heden) waarin zij aanvoert dat zij meer tijd nodig heeft om deelgenoten op te sporen in het buitenland, wordt de hoofdzaak nu verwezen naar de rolzitting van 1 mei 2024 voor het nemen van een akte over de vervolgstappen in de hoofdzaak in dat verband. Daarbij merkt de rechtbank op dat als New Natural Mining na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld nalaat alle bij de rechtsverhouding betrokken partijen in het geding te roepen, de rechtbank New Natural Mining niet-ontvankelijk moet verklaren in haar vorderingen (Hoge Raad 10 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:411). Om die reden zal de rechtbank pas nadat alle bij de rechtsverhouding betrokken partijen in het geding zijn betrokken gedaagden in de gelegenheid stellen om een conclusie van antwoord te nemen.

5.De beslissing

De rechtbank
in het incident tot tussenkomst
5.1.
staat [eiseres i.h. incident tot tussenkomst] toe om in de hoofdzaak tussen te komen;
5.2.
veroordeelt New Natural Mining in de proceskosten van het incident van nihil aan de zijde van gedaagden en van € 771,- aan de zijde van [eiseres i.h. incident tot tussenkomst] . Laatstgenoemd bedrag moet New Natural Mining binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe betalen aan [eiseres i.h. incident tot tussenkomst] . Als New Natural Mining niet tijdig aan de veroordeling tot betaling van € 771,- voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet New Natural Mining € 90,- extra aan [eiseres i.h. incident tot tussenkomst] betalen, plus de kosten van betekening;
in de incidenten tot zekerheidstelling
5.3.
wijst de vorderingen tot zekerheidstelling voor de proceskosten af;
5.4.
veroordeelt gedaagden 1 tot en met 3, 5, 11 en 12 hoofdelijk in de proceskosten van het incident van € 192,75, te betalen aan New Natural Mining binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als gedaagden 1 tot en met, 5, 11 en 12 niet tijdig aan deze veroordeling voldoen en het vonnis daarna wordt betekend, dan moeten zij € 90,- extra betalen, plus de kosten van betekening;
5.5.
veroordeelt gedaagde 4 in de proceskosten van het incident van € 192,75 te betalen aan New Natural Mining binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als gedaagde 4 niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet gedaagde 4 € 90,- extra betalen, plus de kosten van betekening;
5.6.
veroordeelt gedaagde 6 in de proceskosten van het incident van € 192,75 te betalen aan New Natural Mining binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als gedaagde 6 niet tijdig aan deze veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet gedaagde 4 € 90,- extra betalen, plus de kosten van betekening;
5.7.
veroordeelt gedaagden 7 tot en met 10 hoofdelijk in de proceskosten van het incident van € 192,75 te betalen aan New Natural Mining binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als gedaagden 7 tot en met 10 niet tijdig aan deze veroordeling voldoen en het vonnis daarna wordt betekend, dan moeten zij € 90,- extra betalen, plus de kosten van betekening;
5.8.
verklaart de veroordelingen onder 5.4 tot en met 5.7 uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak
5.9.
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag
1 mei 2024voor het nemen van een akte door eiseres over de vervolgstappen in de hoofdzaak als beschreven in 4.12 tot en met 4.14;
5.10.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P Dondorp en in het openbaar uitgesproken op 31 januari 2024. [1]

Voetnoten

1.type: 3086