Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser, een Turkse nationaliteit, op 10 juli 2024 beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, waarbij de overdrachtstermijn naar Oostenrijk met 12 maanden werd verlengd. De rechtbank heeft op 29 augustus 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder. Eiser had op 1 december 2023 een asielaanvraag ingediend, maar zijn aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat Oostenrijk verantwoordelijk was voor de behandeling. Eiser stelde dat hij niet ondergedoken was en altijd aan zijn meldplicht had voldaan. De rechtbank oordeelde dat eiser op 26 juni 2024 zich tijdig had gemeld voor zijn overdracht, maar dat de medewerkers van DV&O hem niet kwamen ophalen. Eiser had geen verplichting om op de afgesproken plek te blijven na het niet ophalen. De rechtbank concludeerde dat de verlenging van de overdrachtstermijn op basis van een MOB-melding onterecht was, omdat eiser niet doelbewust uit het zicht van de autoriteiten was gebleven. Het beroep werd gegrond verklaard, het bestreden besluit werd vernietigd en de minister werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiser.