Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. A. Bondarev).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt dat de minister ten aanzien van Kroatië in beginsel mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De Afdeling heeft in de uitspraak van 13 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3411, geoordeeld dat de minister ten aanzien van Kroatië voor Dublinclaimanten van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan uitgaan. Dit oordeel heeft de Afdeling nadien meermalen bevestigd, bijvoorbeeld in de uitspraak van 19 juni 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2484.
Wat betreft de pushbacks, is niet in geschil dat die plaatsvinden op het grondgebied van Kroatië. Dit is een fundamentele systeemfout. Uit de door eiser aangedragen stukken blijkt echter niet dat Dublinterugkeerders een risico lopen op pushbacks. Dat eiser bij overdracht aan Kroatië kan worden aangezien als reguliere asielzoeker en niet als Dublinterugkeerder en hierdoor een risico loopt op pushbacks, komt hieruit onvoldoende naar voren. De stukken geven aan dat het (in theorie) mogelijk is dat ook Dublinterugkeerders worden gepushbackt, maar levert geen concreet bewijs aan dat dit daadwerkelijk gebeurt. Het rapport van CPS stelt ook dat concrete informatie hierover ontbreekt en geeft alleen enkele scenario’s hoe de situatie na overdracht zou kunnen verlopen. Naar het oordeel van de rechtbank is dit onvoldoende om niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel uit te gaan ten aanzien van Kroatië. De rechtbank komt hierover dan ook tot een andere conclusie dan de uitspraak (Amsterdam ECLI:NL:RBAMS:2024:4354) die eiser heeft genoemd. Dat deze NGO niet meer welkom is bij de relevante centra maakt, wat hier overigens ook van zij, niet dat er geen betrouwbare informatie meer te vergaren valt. Mede gelet op het claimakkoord mag de minister er dan ook van uitgaan dat eiser volgens de geldende Europese regelgeving zal worden ontvangen en in staat zal worden gesteld om asiel aan te vragen. De beroepsgrond slaagt niet.