ECLI:NL:RBDHA:2024:13974
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan over het beroep van eiser tegen de minister van Asiel en Migratie. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar verweerder had niet tijdig beslist op deze aanvraag. Eiser heeft daarom beroep ingesteld, omdat hij meende dat de beslistermijnen niet correct waren toegepast. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling.
De rechtbank heeft overwogen dat, volgens de Algemene wet bestuursrecht, een betrokkene een bestuursorgaan schriftelijk moet aanmanen om binnen twee weken alsnog te beslissen op een aanvraag, voordat beroep kan worden ingesteld. Eiser had zijn asielaanvraag op 25 oktober 2023 ingediend, en de beslistermijn was verlengd door het besluit WBV 2023/3, dat van kracht is sinds 27 januari 2023. Dit besluit verlengt de beslistermijnen voor asielaanvragen die zijn ingediend tussen 1 januari 2023 en 1 januari 2024 met negen maanden.
De rechtbank oordeelde dat de ingebrekestelling van eiser op 25 mei 2024 te vroeg was ingediend, omdat de verlengde beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor was niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder. De rechtbank heeft het beroep van eiser dan ook niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter G.P. Loman en bekendgemaakt op 14 augustus 2024.