ECLI:NL:RBDHA:2024:13711

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 augustus 2024
Publicatiedatum
28 augustus 2024
Zaaknummer
C/09/666599 / FA RK 24-3538
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor verhuizing naar Duitsland en inschrijving op school in Nijmegen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 augustus 2024 een beschikking gegeven inzake het verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen voor verhuizing met haar minderjarige kinderen naar Duitsland en voor hun inschrijving op scholen in Nederland. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. Weermeijer-Patist, verzocht om toestemming om met de kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], te verhuizen naar [plaatsnaam 1] in Duitsland, en om hen in te schrijven op respectievelijk [naam school] en basisschool [naam basisschool] in [plaatsnaam 2]. De vader, vertegenwoordigd door mr. B. Schelvis-Neuteboom, voerde verweer en betoogde dat de verhuizing niet in het belang van de kinderen zou zijn, gezien de afstand en de impact op hun huidige leven en school. De rechtbank heeft de belangen van beide ouders en de kinderen afgewogen en geconcludeerd dat de moeder voldoende noodzaak heeft voor de verhuizing, onder andere vanwege financiële redenen en de mogelijkheid om een betere woonsituatie te creëren. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verhuizing geen onrechtvaardige inbreuk maakt op de zorgregeling en dat de huidige regeling kan worden voortgezet. De rechtbank heeft de verzoeken van de moeder toegewezen en toestemming verleend voor de verhuizing en de inschrijving op de scholen. De proceskosten zijn gecompenseerd.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 24-3538
Zaaknummer: C/09/666599
Datum beschikking: 6 augustus 2024

Gezagsuitoefening

Beschikking op het op 23 mei 2024 ingekomen verzoek van:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. Weermeijer-Patist te Leiden.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vader] ,

de vader,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. B. Schelvis-Neuteboom te Leiden.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift, met bijlagen;
  • het verweerschrift, met bijlagen;
  • het F9-formulier van 4 juni 2024, met bijlagen, van de zijde van de moeder;
  • het F9-formulier van 10 juli 2024, met bijlagen, van de zijde van de moeder.
De minderjarige [minderjarige 1] heeft zich op 18 juli 2024 in raadkamer uitgelaten over het verzoek.
Op 23 juli 2024 is de zaak ter zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de moeder, bijgestaan door haar advocaat, de vader, bijgestaan door zijn advocaat en [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).

Verzoek en verweer

De moeder heeft in het kader van artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek (BW) verzocht:
- dat aan haar, ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de vader, vervangende toestemming wordt verleend om te verhuizen met de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] naar [plaatsnaam 1] , meer specifiek te verhuizen naar de woning gelegen aan de [adres] , [postcode] te [plaatsnaam 1] , Duitsland;
- indien aan de moeder vervangende toestemming wordt verleend voor de verhuizing, dat aan de moeder, ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de vader, vervangende toestemming wordt verleend om de minderjarige [minderjarige 1] in te schrijven op de [naam school] en de minderjarige [minderjarige 2] in te schrijven op Basisschool (naar de rechtbank begrijpt) [naam basisschool] te [plaatsnaam 2] ;
- althans zodanige beslissingen te nemen als de rechtbank zal vermenen te behoren;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad en kosten rechtens.
De vader heeft verweer gevoerd, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken. Tevens heeft de vader verzocht de moeder te veroordelen in de kosten van het geding alsmede het salaris van de advocaat van de vader.

Feiten

- De moeder en de vader hebben tot in 2013 een affectieve relatie gehad.
- Zij zijn de ouders van de volgende thans nog minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2011 te [geboorteplaats] ,
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2012 te [geboorteplaats] .
- De moeder en de vader zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .
- [minderjarige 1] en [minderjarige 2] hebben hun hoofdverblijf bij de moeder.
- Bij beschikking van deze rechtbank van 12 januari 2018 is bepaald dat de door partijen overeengekomen regeling zoals neergelegd in aan de beschikking gehechte zorgregeling deel uitmaakt van de beschikking en is de door de vader met ingang van 30 mei 2017 te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] bepaald op € 271,- per maand per kind.

Beoordeling

De rechtbank overweegt als volgt. Artikel 1:253a, eerste lid, BW bepaalt dat in geval van een gezamenlijke uitoefening van het gezag geschillen hieromtrent op verzoek van de ouders of van één van hen aan de rechter kunnen worden voorgelegd. Nu tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat een vergelijk op de voet van het vijfde lid van genoemd artikel tussen de ouders niet mogelijk is, zal de rechtbank een beslissing nemen op de voorliggende verzoeken van de moeder die haar in het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] wenselijk voorkomt.
Vervangende toestemming verhuizing
De moeder heeft verzocht aan haar vervangende toestemming te verlenen om met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] naar [plaatsnaam 1] in Duitsland te verhuizen.
Juridisch kader
De Hoge Raad heeft criteria bepaald aan de hand waarvan een dergelijk verzoek door de rechter moet worden beoordeeld (Hoge Raad 25 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC5901). Uit deze uitspraak volgt dat de rechter bij de beslissing over vervangende toestemming voor verhuizing alle omstandigheden van het geval in acht dient te nemen en alle belangen dient af te wegen. Hoewel het belang van het kind een overweging van de eerste orde dient te zijn, neemt dat niet weg dat afhankelijk van de omstandigheden van het geval, andere belangen zwaarder kunnen wegen. Bij de beoordeling van het verzoek dienen blijkens de jurisprudentie de volgende omstandigheden en belangen te worden meegewogen:
- het recht en belang van de moeder om te verhuizen en in vrijheid haar leven (opnieuw) in te richten;
- de noodzaak voor de moeder om te verhuizen;
- de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
- de door de moeder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de kinderen en de vader te verzachten en/of te compenseren;
- de mate waarin partijen in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
- de rechten van de vader en de kinderen op onverminderd contact met elkaar in hun vertrouwde omgeving;
- de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
- de frequentie van het contact tussen de kinderen en de vader voor en na de verhuizing;
- de leeftijd van de kinderen, hun mening en de mate waarin zij zijn geworteld in zijn/haar omgeving of juist gewend zijn aan verhuizingen;
- de (extra) kosten van de omgang na de verhuizing.
De rechtbank benadrukt dat bovenstaande opsomming niet is bedoeld als bepaling van criteria waaraan ieder afzonderlijk moet worden voldaan, maar dat voor de beoordeling een belangenafweging moet worden gemaakt met inachtneming van genoemde omstandigheden.
Standpunt moeder
Volgens de moeder bestaat de noodzaak om naar [plaatsnaam 1] te verhuizen. De moeder huurt op dit moment een woning in [woonplaats] . De huurprijs van haar woning is erg hoog en haar uitkering is niet hoog genoeg om deze woning te kunnen blijven huren. De wachttijden in de omgeving van [woonplaats] voor een sociale huurwoning zijn lang en de moeder komt op korte termijn niet in aanmerking voor een sociale huurwoning in deze regio. De moeder heeft sinds vijf jaar een nieuwe partner waar zij een hechte relatie mee heeft opgebouwd en zij zou graag in de koopwoning van haar huidige partner in [plaatsnaam 1] willen gaan wonen. Zij kan een van de twee zelfstandige woningen/verdiepingen van haar huidige partner huren. De woning in [plaatsnaam 1] biedt meer leefruimte, betere financiele mogelijkheden, omdat de maandelijkse lasten aanzienlijk worden verlaagd, en een nieuw perspectief voor de toekomst van het gezin van de moeder. Het is voor de nieuwe partner van de moeder niet mogelijk om naar [woonplaats] te verhuizen. Hij heeft een zoontje met autisme, dat moeilijk met veranderingen kan omgaan. Daarnaast zijn de huizenprijzen in (de omgeving van) [woonplaats] erg hoog.
Voorts stelt de moeder dat zij de verhuizing goed heeft doordacht en voorbereid. [plaatsnaam 1] ligt dichtbij [plaatsnaam 2] en de kinderen kunnen naar een Nederlandse school in [plaatsnaam 2] . De moeder heeft al met de kinderen gekeken naar nieuwe scholen. [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn, gelet op het naderende nieuwe schooljaar, voor de zekerheid ook al ingeschreven op een nieuwe school en er is plek voor [minderjarige 1] in de tweede klas van de [naam school] en voor [minderjarige 2] in groep acht op de basisschool [naam basisschool] in [plaatsnaam 2] . De verhuizing is bewust gepland aan het begin van het nieuwe schooljaar om de impact op de kinderen te minimaliseren.
De moeder begrijpt dat het belangrijk is dat na de verhuizing de zorgregeling tussen de vader en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in stand blijft en dat er niets verandert. De moeder zal ervoor zorgen dat de huidige zorgregeling niet in gevaar komt. De reisafstand tussen [plaatsnaam 1] en [woonplaats] is ongeveer anderhalf uur en de moeder is bereid om de kinderen steeds naar de vader toe te brengen en weer bij hem op te halen. Verder zal de moeder de vader op de hoogte blijven houden over de ontwikkelingen van de kinderen.
De kinderen zijn dertien en elf jaar oud en de moeder heeft meermaals gesproken met de kinderen over de verhuizing. De kinderen zijn goed voorbereid op de verhuizing en weten wat zij kunnen verwachten. De kinderen hebben geen blijk van verzet getoond, aldus de moeder. Gelet op hun leeftijd is het goed mogelijk dat zij makkelijk kunnen aarden in hun nieuwe woonomgeving. Op deze leeftijd zijn zij nog flexibel en wendbaar. Ook zullen zij nog steeds in Nederland naar school gaan. Daarnaast zijn de kinderen al vaak met de moeder in [plaatsnaam 1] geweest en zijn zij al bekend gemaakt met de omgeving. Voorts benadrukt de moeder dat de kinderen ten alle tijden hun vader mogen zien indien zij dit wensen.
De onderlinge communicatie en overleg tussen de ouders is altijd goed geweest en de ouders zijn er in geslaagd om in gezamenlijk overleg een zorgregeling vast te stellen. Op dit moment is de communicatie tussen de ouders even iets minder, maar de moeder verwacht dat, wanneer er duidelijkheid komt over de verhuizing, de communicatie tussen de ouders weer zal verbeteren.
Standpunt vader
Volgens de vader is het verzoek van de moeder niet in evenwicht met de belangen van de vader en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .
De vader stelt dat er geen noodzaak voor de moeder is om naar [plaatsnaam 2] te verhuizen. De moeder heeft nu een huurwoning in [woonplaats] tot haar beschikking. Deze woning biedt voldoende leefruimte en bevindt zich in een kindvriendelijke buurt waar veel klasgenoten van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] wonen. Daarnaast heeft de moeder niet afdoende onderbouwd waarom haar nieuwe partner niet bij haar in deze woning in [woonplaats] zou kunnen intrekken of waarom hij geen woning in de buurt zou kunnen vinden.
De vader wil een grote en actieve rol blijven spelen in de opvoeding van de kinderen en hij is bang dat de huidige zorgregeling na een verhuizing naar [plaatsnaam 1] niet meer zal worden uitgevoerd en dat hij het contact met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zal verliezen. [minderjarige 1] en [minderjarige 2] kunnen nu op hun fiets naar de vader toe en kunnen altijd in en uit lopen wanneer zij dat willen. De reisafstand van [plaatsnaam 1] naar [woonplaats] is 150 kilometer met een reistijd van bijna twee uur, zodat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] per omgangsweekend steeds bijna vier uur in de auto zullen zitten. De vader vreest dat zij, naarmate zij ouder worden, meer weerstand zullen tonen ten aanzien van deze reisafstand en dat de reistijd er op den duur ertoe zal leiden dat de frequentie van het contact tussen hem en de kinderen zal afnemen. Daarnaast zijn er hoge kosten verbonden aan deze reisafstand. Voorts zal de vader niet meer kunnen deelnemen aan schoolactiviteiten.Verder acht de vader het van belang in de buurt van de kinderen te zijn indien er iets met hen gebeurt. Volgens de vader is het voor de kinderen daarom beter als de ouders bij elkaar in de buurt blijven wonen.
Voorts zijn de belangen van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] niet gediend bij een verhuizing naar [plaatsnaam 1] . [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn geboren en getogen in [woonplaats] en gewend aan hun huidige omgeving. [minderjarige 1] is dertien jaar oud en doet het goed op haar huidige school en ze heeft veel vriendinnen in de buurt. [minderjarige 2] is bijna twaalf jaar oud en zal na de zomervakantie naar groep acht gaan, het laatste jaar van de basisschool en een belangrijke afsluiting van een lange periode. [minderjarige 2] heeft een aantal vriendjes in de buurt. De vader wenst dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] hun school kunnen afmaken in hun huidige omgeving. Ook woont een groot deel van de familie van de vader en de moeder in (de buurt van) [woonplaats] . Bij een verhuizing naar [plaatsnaam 1] zullen zij hun vertrouwde omgeving moeten verlaten en gaan wonen in een vreemd land waar een andere taal wordt gesproken die zij niet beheersen. De moeder heeft scholen in [plaatsnaam 2] uitgekozen voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , maar deze scholen zijn vijftien kilometer verwijderd van de woning in [plaatsnaam 1] en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] kunnen dan niet meer met de fiets naar school en het beperkt hen in hun vrijheid en het opbouwen van een nieuw sociaal netwerk. De moeder heeft verder ook geen werk, familie of sociaal netwerk in [plaatsnaam 1] . Dit maakt dat de moeder (en de kinderen) nog meer afhankelijk worden van haar nieuwe partner.
De communicatie tussen de ouders verliep voorheen altijd goed, maar is in de afgelopen vijf maanden, sinds de vader zijn toestemming voor de verhuizing naar [plaatsnaam 1] en de inschrijving op de nieuwe scholen niet wil verlenen, verslechterd en de ouders communiceren op dit moment niet tot nauwelijks met elkaar. De vader vreest dat de verstandhouding tussen de ouders en het overleg over de kinderen nog verder zal verslechteren wanneer de moeder naar [plaatsnaam 1] zal verhuizen. De moeder heeft de vader ook niet betrokken in de keuze voor de nieuwe scholen.
Raad voor de Kinderbescherming
De Raad vindt het gelet op de belangen van beide ouders lastig om een concreet mondeling advies te geven over een verhuizing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] naar [plaatsnaam 1] in Duitsland. Een dergelijke verhuizing is best een grote stap voor kinderen, maar kinderen zijn ook veerkrachtig. Het is wel nodig dat er op korte termijn duidelijkheid komt voor de kinderen. De moeder heeft [minderjarige 1] en [minderjarige 2] goed voorbereid op een mogelijke verhuizing. Daarnaast is er al een nieuwe school voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in Nederland, in [plaatsnaam 2] , gevonden. Het is wel van belang dat er goed contact tussen de vader en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] blijft en dat de huidige zorgregeling kan blijven doorlopen, zodat de vader een belangrijke rol in het leven van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] kan blijven spelen. Ook is het van belang dat de ouders zullen werken aan het verbeteren van hun onderlinge communicatie, of de moeder nu wel of niet zal verhuizen. Door het verbeteren van de communicatie zal er hopelijk weer rust ontstaan. Daarnaast is het belangrijk dat de moeder de vader blijft betrekken in het leven van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en dat de ouders over (ingrijpende) beslissingen vooraf met elkaar overleggen.
Beoordeling
Op grond van de stukken, dat wat op de zitting is besproken én de belangen van alle betrokkenen tegen elkaar afwegend, is de rechtbank van oordeel dat het verzoek van de moeder tot vervangende toestemming voor verhuizing met de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] dient te worden toegewezen.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende gebleken dat de moeder een voldoende noodzaak heeft tot een verhuizing. De moeder woont met de kinderen al vanaf het uit elkaar gaan van de ouders in 2013 in een dure huurwoning en haar uitkering Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten is niet voldoende om deze woning te kunnen blijven huren. De mogelijkheden voor een andere geschikte en betaalbare woning in (de omgeving van) [woonplaats] zijn beperkt ook gelet op haar type uitkering. Voorts heeft de moeder een bestendige relatie van inmiddels vijf jaar met haar huidige partner, die in [plaatsnaam 1] woont. De moeder zal een aparte verdieping van de woning van haar nieuwe partner gaan huren, zodat zij niet volledig afhankelijk zal zijn van haar nieuwe partner. Een verhuizing naar [plaatsnaam 1] biedt de moeder naar het oordeel van de rechtbank een goede mogelijkheid om [minderjarige 1] en [minderjarige 2] meer leefruimte te bieden dan waartoe zij redelijkerwijs in staat is vanuit [woonplaats] . Daarnaast geeft het de moeder betere financiële mogelijkheden. Verder acht de rechtbank het niet aannemelijk dat het voor de nieuwe partner van de moeder mogelijk is om naar de (omgeving van) [woonplaats] te verhuizen. De nieuwe partner van de moeder heeft een zoon met een stoornis in het autistisch spectrum, die frequent bij hem langs komt en die moeilijk aan veranderingen kan wennen. Daarnaast is het een feit van algemene bekendheid dat de woningen in de regio van [woonplaats] een stuk duurder zijn dan in Duitsland, vlak bij de Nederlandse grens.
De moeder heeft naar het oordeel van de rechtbank de verhuizing goed voorbereid en doordacht. De moeder heeft passende huisvesting gevonden, heeft de voorgenomen verhuizing tijdig aangekondigd en was daarbij bereid om aan de voorwaarden van de vader tegemoet te komen. Voorts heeft de moeder met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] nieuwe scholen bezocht in Nederland, in [plaatsnaam 2] , dat dicht bij [plaatsnaam 1] ligt, en is er plek voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] op deze nieuwe scholen.
Tegenover het belang van de moeder om naar [plaatsnaam 1] te verhuizen staat echter het recht van de vader en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] op onverminderd contact met elkaar in hun vertrouwde omgeving. De rechtbank is van oordeel dat een verhuizing van de moeder en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] naar [plaatsnaam 1] geen onrechtvaardige inbreuk maakt op de zorgregeling. De huidige door de ouders in onderling overleg overeengekomen weekendregeling waarbij [minderjarige 1] om het weekend en [minderjarige 2] drie weekenden per maand bij de vader verblijven, blijft onveranderd. De moeder heeft aangeboden [minderjarige 1] en [minderjarige 2] naar [woonplaats] te brengen en hen daar weer op te halen, zodat de vader geen extra reistijd heeft. [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn ook al gewend aan de reistijd omdat zij regelmatig met de moeder naar [plaatsnaam 1] reizen. Ook zullen er geen veranderingen komen in de regeling die partijen in onderling overleg hebben getroffen met betrekking tot de vakanties ( in totaal drie weken per jaar waarvan twee in de zomer en 1 week in de kerstvakantie) en feestdagen. Daarbij heeft de moeder aangegeven dat zij de beschikking heeft over een leaseauto van haar nieuwe partner en dat zij daarom de kosten voor het vervoer goed op zich kan nemen. Voorts is de moeder altijd de hoofdverzorger van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] geweest en heeft de vader doordeweeks geen rol gespeeld in het leven van de kinderen. Hij heeft desgevraagd ter zitting aangegeven dat hij ook niet aanwezig is bij ouderavonden op school, maar alleen betrokken is bij activiteiten van school, zoals een musical, film of eindfeest. Deze activiteiten worden doorgaans tijdig met ouders gecommuniceerd, zodat het naar het oordeel van de rechtbank voor de vader mogelijk moet zijn om deze activiteiten in zijn agenda in te plannen en naar [plaatsnaam 2] te rijden om bij deze activiteiten aanwezig te zijn. Naar het oordeel van de rechtbank wordt dan ook voldoende tegemoet gekomen aan het belang van de vader en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] doordat de huidige zorgregeling zoals deze in de praktijk wordt uitgevoerd kan worden voortgezet.
Gelet op de leeftijd van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , respectievelijk dertien en elf jaar oud, is de rechtbank ook van oordeel dat er in de afgelopen jaren een goede en bestendige band tussen hen en de vader bestaat en dat een verhuizing niets zal afdoen aan hun relatie, te meer nu er geen wijziging zal zijn in de zorgregeling en de vader een zelfde rol kan blijven spelen in het leven van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .
Kortom de rechtbank is van oordeel dat er een noodzaak is voor verhuizing en dat er voldoende redenen zijn voor de moeder om naar [plaatsnaam 1] te gaan gelet ook op de bestaande zorgregeling die kan worden voortgezet ook gelet op de leeftijd van de kinderen.
De rechtbank wil de ouders nog wel meegeven dat het goed zal zijn als zij proberen hun communicatie te verbeteren, zodat zij weer op een goede manier gaan samenwerken in het belang van de kinderen, zoals zij in het verleden ook altijd hebben gedaan. Namens de Raad is ook naar voren gebracht dat kinderen veerkrachtig zijn en goed een dergelijke verandering aankunnen en dat daarbij zeker van belang is dat de ouders de beslissing over de verhuizing samen kunnen uitdragen. De ouders hebben het gezamenlijk gezag en daar hoort bij dat zij over (ingrijpende) beslissingen met elkaar overleggen en deze gezamenlijk uitdragen naar de kinderen toe.
Vervangende toestemming inschrijving school
Standpunt moeder
In het verlengde van het verzoek tot vervangende toestemming om met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] naar [plaatsnaam 1] te verhuizen, verzoekt de moeder vervangende toestemming om [minderjarige 1] en [minderjarige 2] te kunnen inschrijven op een middelbare cq. basisschool in [plaatsnaam 2] . De moeder acht het in het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] om in de buurt van hun woonplaats en naar een Nederlandse school te kunnen gaan. De moeder en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] hebben hierbij de [naam school] en basisschool [naam basisschool] voor [minderjarige 2] voor ogen.
Standpunt vader
De vader verzet zich tegen het verzoek tot inschrijving van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] op een school in [plaatsnaam 2] . De vader wil graag dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] op hun huidige school blijven. Daarnaast vindt de vader het niet fijn dat hij niet is betrokken in de keuze voor de scholen in [plaatsnaam 2] .
Beoordeling
De rechtbank overweegt als volgt. De vader verzet zich tegen de inschrijving van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] op de school in [plaatsnaam 2] , maar heeft anders dan dat hij het er niet mee eens is dat zij naar [plaatsnaam 2] verhuizen en dat hij niet is gekend in de keuze voor de nieuwe scholen, geen inhoudelijke bezwaren geuit tegen de door de moeder voorgestelde scholen. De rechtbank ziet in hetgeen de vader heeft aangevoerd daarom onvoldoende aanleiding om de vervangende toestemming voor inschrijving op de [naam school] voor [minderjarige 1] en basisschool [naam basisschool] voor [minderjarige 2] te weigeren. De rechtbank acht het in het belang van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] om aan te sluiten bij hun woonplaats en bij de keuze van de scholen die de moeder samen met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] heeft gemaakt. Bij deze stand van zaken zal de rechtbank het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor inschrijving van [minderjarige 1] op de [naam school] en [minderjarige 2] op basisschool [naam basisschool] in [plaatsnaam 2] toewijzen.
Proceskosten
Gelet op het feit dat het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, zal de rechtbank de proceskosten compenseren als hierna vermeld.

Beslissing

De rechtbank –:
*
verleent toestemming aan de moeder – welke toestemming die van de vader vervangt – ten behoeve van de verhuizing naar [plaatsnaam 1] , Duitsland, naar de woning gelegen aan de [adres] , [postcode] , met de minderjarigen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2011 te [geboorteplaats] ,
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2012 te [geboorteplaats] ;
*
verleent toestemming aan de moeder – welke toestemming die van de vader vervangt –
om [minderjarige 1] te plaatsen c.q. in te schrijven op [naam school] in [plaatsnaam 2] ;
*
verleent toestemming aan de moeder – welke toestemming die van de vader vervangt –
om [minderjarige 2] te plaatsen c.q. in te schrijven op basisschool [naam basisschool] in [plaatsnaam 2] ;
*
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
*
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. Vink, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. S.G.J. Verkennis als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 6 augustus 2024.