ECLI:NL:RBDHA:2024:13548
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Hersteluitspraak inzake proceskosten in voorlopige voorziening bestuursrecht
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 augustus 2024 een hersteluitspraak gedaan in het kader van een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker met een V-nummer, vertegenwoordigd door mr. M.B. van den Toorn-Volkers, die een verzoek had ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. L.S. Hartog. Op 9 augustus 2024 had de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep van de eiser, waarbij het beroep gegrond werd verklaard. Tegelijkertijd werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Echter, verzoeker merkte op dat in de uitspraak over de voorlopige voorziening was verzuimd om verweerder te veroordelen in de proceskosten, wat volgens de voorzieningenrechter een onjuistheid betrof die eenvoudig hersteld kon worden.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker recht heeft op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 875,00. Dit bedrag is gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij rekening is gehouden met de beroepsmatige rechtsbijstand die door een derde is verleend. De voorzieningenrechter heeft de eerdere uitspraak van 9 augustus 2024 aangepast door verweerder te veroordelen in de proceskosten van verzoeker tot het genoemde bedrag, terwijl de rest van de uitspraak ongewijzigd blijft. Deze hersteluitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.