ECLI:NL:RBDHA:2024:12740
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 augustus 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoeker, met V-nummer [V-nummer], had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure. Deze aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, afgewezen bij besluit van 23 mei 2024, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft in deze procedure bepaald dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Het onderzoek is vervolgens gesloten. In een andere uitspraak, met zaaknummer NL24.22744, heeft de rechtbank op dezelfde dag uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker. Gezien deze uitspraak heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier N.A. D’Hoore, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.