ECLI:NL:RBDHA:2024:13539
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 19 juli 2024, is het beroep van eiser tegen de minister van Asiel en Migratie niet-ontvankelijk verklaard. Eiser had een asielaanvraag ingediend op 10 november 2023, maar stelde dat verweerder niet tijdig had beslist op deze aanvraag. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn voor de asielaanvraag was verlengd met negen maanden op basis van de WBV 2023/3, die van kracht is sinds 27 januari 2023. Hierdoor moest verweerder uiterlijk op 10 februari 2025 beslissen op de aanvraag van eiser.
De rechtbank overwoog dat de ingebrekestelling van eiser, die op 13 mei 2024 was ingediend, te vroeg was. Dit was het gevolg van de verlenging van de beslistermijn, waardoor niet was voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder. De rechtbank volgde het standpunt van eiser niet en verwees naar een eerdere uitspraak van dezelfde zittingsplaats van 16 februari 2024, waarin was geoordeeld dat verweerder voldoende aannemelijk had gemaakt dat de situatie zoals bedoeld in artikel 42, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 zich voordeed.
De rechtbank besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat een zitting niet nodig was, aangezien partijen hiermee instemden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing.