ECLI:NL:RBDHA:2024:13511
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M.M. Meijers
- M.J.J. Roks
- Rechtspraak.nl
Oordeel over terugkeerbesluit en verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak
In deze uitspraak oordeelt de Rechtbank Den Haag over het beroep van eiser tegen een terugkeerbesluit dat aan hem is opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. Het terugkeerbesluit, dat op 28 maart 2024 is genomen, is gericht op het vertrek van eiser naar Venezuela, met een vertrektermijn van vier weken. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit op grond van de wet niet nodig was. Eiser, geboren in 1996 en van Venezolaanse nationaliteit, heeft de Europese Unie op 27 juni 2022 ingereisd met een Schengenvisum, maar heeft de geldigheid daarvan overschreden. Eiser heeft aangevoerd dat hij aan de vertrekplicht heeft voldaan door zelfstandig naar Venezuela te vertrekken. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser de vertrektermijn heeft overschreden, maar dat hij binnen de gestelde termijn de EU heeft verlaten. De rechtbank oordeelt dat eiser nog procesbelang heeft bij de beoordeling van de rechtmatigheid van het terugkeerbesluit, omdat dit in de toekomst kan leiden tot een inreisverbod. De rechtbank concludeert dat het terugkeerbesluit terecht is opgelegd en dat de beroepsgronden van eiser niet slagen. Het beroep wordt ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen connexiteit meer is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.